Goed om te weten
Wil je snel geïnformeerd worden over verschillende zaken bij het leergebied digitale geletterdheid?
Hier vind je antwoord op diverse vragen.
Digitale geletterdheid is kennis hebben van digitale technologie en digitale media en beschikken over vaardigheden, inzicht en een houding om hier (zelf)bewust, kundig, creatief en kritisch mee om te gaan.
Zie ook: Karakteristiek en toelichtingsdocument bij de kerndoelen digitale geletterdheid
Het begrip digitale geletterdheid wordt voor het eerst gebruikt eind jaren negentig van de vorige eeuw. In het boek Digital Literacy werd het door Paul Gilster omschreven als: “het vermogen om informatie te begrijpen en te gebruiken binnen verschillende digitale contexten”. Het is een samenvoeging van meerdere geletterdheden zoals informatiegeletterdheid, computergeletterdheid en mediageletterdheid.
In Nederland kreeg digitale geletterdheid structurele aandacht vanaf 2012 toen de KNAW opriep tot herziening van het informaticaonderwijs en daarbij digitale geletterdheid als een belangrijke toekomstvaardigheid formuleerde. Toen het Ministerie van Onderwijs in 2014 vroeg om een beschrijving van de 21e-eeuwse vaardigheden inclusief digitale geletterdheid definieerden SLO en Kennisnet voor digitale geletterdheid vier onderdelen: praktische ICT-vaardigheden, digitale informatievaardigheden, mediawijsheid en computational thinking.
Digitale technologie en digitale media spelen een belangrijke rol in de samenleving. Ze zijn overal aanwezig, zichtbaar en onzichtbaar: van computers, tablets en mobiele telefoons tot huishoudelijke apparaten, auto’s en speelgoed. In alle apps die we gebruiken en de algoritmen die erachter schuilgaan. In de websites en webwinkels die we via internet bezoeken en de contacten die we hebben met officiële instanties zoals overheidsdiensten. In de veel snellere en intensievere wijze waarop we tegenwoordig met elkaar communiceren. In het minder afhankelijk zijn van de gevestigde media en producenten omdat informatie overal online te vinden is en iedereen zelf producent van informatie kan zijn. In alle gevallen draait het om digitale technologie en digitale media.
Nieuwe digitale technologieën zijn ook aanleiding voor nieuwe juridische vraagstukken en brengen de nodige privacykwesties met zich mee waarmee je moet kunnen omgaan als je daarmee te maken krijgt. En de ontwikkeling van digitale technologie gaat in hoog tempo verder. In het bedrijfsleven zijn bedrijfstakken ingrijpend veranderd door het gebruik hiervan. Data zijn een belangrijke grondstof geworden in de moderne wereld en robotisering, artificiële intelligentie en nano-computers luiden een volgende fase van ontwikkeling in. Die gaat nog meer invloed hebben op het alledaagse leven, het werk, de economie en de samenleving.
Om hiermee om te gaan en jezelf daarbij te kunnen redden, heb je kennis en vaardigheden over digitale technologie en digitale media nodig. Digitaal geletterd zijn wordt steeds meer gezien als een basisvaardigheid, net zoals geletterdheid, lezen, schrijven en rekenen.
Digitale geletterdheid is essentieel voor leven in de 21e eeuw. Het is niet iets extra, maar iedereen moet het leren, net als taal. Want net zoals het nodig is om geletterd te zijn, is het ook nodig om digitaal geletterd te zijn. Als je niet kunt lezen, mis je kennis en kun je niet mee in de samenleving. Als je geen digitale kennis en vaardigheden hebt, mis je de toekomst. Dit kun je niet alleen van huis uit meekrijgen, het vraagt net als taal of rekenen-wiskunde om onderwijs zodat alle leerlingen zich hierin kunnen ontwikkelen.
Zie ook: Pleidooi voor digitale geletterdheid
Digitale geletterdheid is een nieuw leergebied in het funderend onderwijs. Het is een leergebied met een eigen samenhangend geheel van kennis, vaardigheden, inzichten en houding rond digitale technologie en digitale media. In de onderwijspraktijk kan dit leergebied op verschillende manieren worden aangeboden. Het is mogelijk om er een apart vak van te maken, maar veel inhoud leent zich goed om in samenhang met andere leergebieden aan te bieden in projecten of thematisch onderwijs. Scholen in het funderend onderwijs bepalen zelf de exacte invulling met als wettelijke verplichting de kerndoelen.
Binnen het leergebied digitale geletterdheid verwerven leerlingen kennis van digitale technologie, digitale media en artificiële intelligentie. Ze ontwikkelen praktische ICT-vaardigheden, digitale informatievaardigheden en vaardigheden die hen mediawijs maken. Leerlingen leren bewust keuzes maken in het gebruik van digitale technologie en digitale media. Ze leren hoe ze digitale technologie en digitale media kunnen benutten om producten te maken, te programmeren en problemen of taken aan te pakken waarbij ze ook computationele denkstrategieën ontwikkelen. Leerlingen leren om kritisch te kijken naar digitale technologie en digitale media, deze te doorgronden en op basis daarvan hun handelen aan te passen. Ook leren ze dat het mogelijk is om invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van digitale technologie en digitale media.
Het is belangrijk dat leerlingen zich ervan bewust worden dat digitale technologie en digitale media niet neutraal zijn en invloed hebben op de manier waarop we naar onszelf kijken, hoe we omgaan met anderen, wat we doen en wat we laten. Leerlingen leren hoe ze als actieve en kritische burgers kunnen bijdragen aan een democratische gedigitaliseerde samenleving en daar invloed op kunnen uitoefenen. Hierin hebben ze op een verantwoorde en waardige manier contacten met anderen. Leerlingen worden zich ervan bewust dat digitale technologie en digitale media kansen kunnen bieden, maar ook ongewenste gevolgen of gevaren kunnen opleveren.
Zie ook: Inhoudskaart digitale geletterdheid
Digitalisering van het onderwijs is iets anders dan onderwijs in digitale geletterdheid. Hoewel het met elkaar te maken heeft, gaat het over verschillende dingen.
Digitalisering van het onderwijs
het gebruik van digitale technologie om het onderwijsproces te verbeteren of te ondersteunen om het daarmee efficiënter, aantrekkelijker of toegankelijker te maken. Het gaat hier om het middel (digitale technologie) dat wordt ingezet bij het geven van onderwijs. Je kunt daarbij denken aan: lesgeven met behulp van digibord, laptops en tablets; gebruikmaken van online lesmethodes en leeromgevingen; werken met digitale toetsen en adaptieve leerplatforms. Om digitale technologie goed te kunnen gebruiken bij het leerproces, hebben leerlingen wel bepaalde kennis en vaardigheden nodig op het gebied van digitale geletterdheid. Maar ze maken hiervan gebruik, net zoals ze luister-, lees- en schrijfvaardigheden nodig hebben om te leren bij bijvoorbeeld wereldoriëntatie.
Onderwijs in digitale geletterdheid
leerlingen kennis en vaardigheden bijbrengen over digitale technologie en digitale media zodat ze hier vaardig, verantwoord, kritisch en creatief mee om kunnen gaan. Het bereidt leerlingen voor op een gedigitaliseerde samenleving, het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt.
In de communicatie over digitale geletterdheid en onderwijs in digitale geletterdheid doen verschillende soms hardnekkige misverstanden de ronde, zoals:
'Digitale geletterdheid staat gelijk aan het kunnen bedienen van apparaten oftewel het technisch kunnen werken met digitale technologie.’
Een veelvoorkomend misverstand is dat digitale geletterdheid alleen betekent dat je met computers, tablets of smartphones kunt werken. In werkelijkheid omvat het veel meer.
'Digitale geletterdheid is het simpelweg gebruikmaken van sociale media.’
Het gaat niet alleen om het posten van berichten of foto’s, maar ook om het begrijpen van de bredere gevolgen van je onlinegedrag, zoals privacy, identiteit en de impact van digitale interacties. En dit is slechts één klein aspect van digitale geletterdheid.
'Digitale geletterdheid staat gelijk aan toegang hebben tot digitale technologie.’
Alleen het bezitten van een apparaat of internetverbinding is geen digitale geletterdheid. Dit vraagt juist om vaardigheden en kennis om op een passende wijze actief, verantwoord en geïnformeerd gebruik te maken van deze digitale technologie.
'Digitale geletterdheid is een vanzelfsprekendheid voor jongeren.’
Hoewel jongeren vaak als "digitale generatie" worden gezien, betekent dat niet dat ze automatisch digitaal geletterd zijn. Veel jongeren missen inzicht in hoe technologie werkt, hoe informatie wordt gepresenteerd, hoe algoritmes en privacyzaken een rol spelen en wat de gevolgen zijn van hun onlinegedrag. Bedienen is niet hetzelfde als begrijpen.
'Digitale geletterdheid staat gelijk aan het gebruik van digitale lesmethoden of apparatuur.’
Hoewel het goed kunnen gebruiken van digitaal leermateriaal, zoals een digibord of e-boek, enige digitale vaardigheden vereisen, is dit niet digitale geletterdheid. Digitale geletterdheid betekent ook niet dat een school volledig digitaal werkt.
'Onderwijs in digitale geletterdheid is overbodig tot de kerndoelen wettelijk ingevoerd zijn.’
Sommige schoolteams wachten met de implementatie tot de kerndoelen wet zijn. Maar dat is onverstandig. Leerlingen hebben nú digitale kennis en vaardigheden nodig en moeten digitaal geletterd zijn om mee te kunnen doen in de gedigitaliseerde samenleving. Het wordt steeds meer gezien als een basisvaardigheid, net zoals lezen, schrijven en rekenen.
Indeling in vier domeinen (2014)
- Ontwikkeld als onderdeel van de 21e eeuwse vaardigheden.
- Inhoud verdeeld over vier domeinen: praktische ict-vaardigheden, digitale informatievaardigheden, mediawijsheid en computational thinking.
- De domeinen overlappen elkaar wat inhoud betreft. Veel onderwerpen of delen daarvan hebben betrekking op meerdere domeinen.
Raamwerk kerndoelen (2025)
- Ontwikkeld als indeling voor de kerndoelen digitale geletterdheid.
- Conceptkerndoelen in drie domeinen: praktische kennis en vaardigheden, ontwerpen en maken en de gedigitaliseerde wereld.
- De domeinen zijn onderscheidend met bij elk domein aparte elkaar niet overlappende kerndoelen.
Het gaat bij beide om een indeling van inhoud en doelen. De domeinen van de vierdeling zijn nog steeds terug te vinden in de kerndoelen ook al staan deze in een ander raamwerk. Scholen die in hun onderwijs gebruikmaken van de vierdeling, kunnen hun aanpak blijven gebruiken en waar nodig aanvullen met inhoud die expliciet in de nieuwe conceptkerndoelen is opgenomen.
Het Vier-in-balans model, ontwikkeld door Kennisnet, beschrijft vier essentiële voorwaarden voor succesvolle inzet van ict in het onderwijs: visie, deskundigheid, middelen (bijv. digitale leermiddelen, software) en infrastructuur (zoals apparaten en netwerk). Schoolteams gebruiken dit model cyclisch om te reflecteren en te verbeteren hoe technologie integraal bij onderwijs wordt ingezet. Het gaat hierbij dus om de digitalisering van het onderwijs en het speelt een rol bij alle leergebieden. Bij het leergebied digitale geletterdheid is het een voordeel als scholen al bewust keuzes hebben gemaakt binnen deze vier pijlers. Zo ontstaat een stevige basis voor het aanleren van digitale vaardigheden en het verantwoord omgaan met digitale technologie.
Digitale geletterdheid is breed en er zijn verschillende andere begrippen die deelgebieden aanduiden, zoals:
Informatiegeletterdheid
bekwaamheid om het effectief identificeren, vinden, evalueren en gebruiken van informatie. Dit gaat van effectieve zoekstrategieën tot evaluatietechnieken om de kwaliteit, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid, bruikbaarheid en geldigheid van informatie te bepalen en de bronnen waar deze informatie vandaan komt.
Mediawijsheid
kritisch en bewust omgaan met digitale media in een gemedialiseerde samenleving. De kennis en vaardigheden om mediawijs te worden zijn onderdeel van digitale geletterdheid.
Computational thinking
denken of en hoe een computer kan bijdragen aan het uitvoeren van een taak, het beantwoorden van een vraag of het oplossen van een probleem. Hierbij maak je gebruik van computationele denkstrategieën en ligt het antwoord soms in het gebruikmaken van bepaalde hardware of software en soms in het programmeren.
AI-geletterdheid
het vermogen om met artificiële intelligentie systematisch, bewust en vaardig om te gaan. In lijn met de Europese AI Act bestaat dit uit een combinatie van technische kennis (Hoe werkt het?), praktische vaardigheden (Hoe gebruik je het correct en veilig binnen de schoolcontext), ethisch bewustzijn (Wat mag en hoort?) en een kritische houding van nieuwsgierigheid en verantwoordelijkheid (Wat betekent dit voor mij en de samenleving?).
Algoritmewijsheid
kennis hebben van en kritisch kunnen omgaan met systemen en software die ons alledaags gedrag bijhouden, monitoren en data verzamelen en daarmee ook beslissingen voor ons nemen. Algoritmen hebben daarmee invloed op ons leven, bijv. in wat we te zien krijgen in veel media of beslissingen die de overheid of bedrijven geautomatiseerd nemen. Het gaat om het herkennen wanneer datagestuurde geautomatiseerde systemen worden gebruikt, enigszins begrijpen hoe deze systemen werken, hoe je er zelf mee kunt werken, maar ook hoe je hier omheen kunt werken om dataverzamelen zoveel mogelijk tegen te gaan (en je eigen privacy te beschermen) en het herkennen wanneer een automatisch genomen besluit om menselijk ingrijpen vraagt, bijvoorbeeld bij algoritmebias en geautomatiseerde discriminatie.
De implementatie van digitale geletterdheid vraagt om een integrale aanpak. Als schoolteam bekijk je de inhoud van digitale geletterdheid: waarover gaat het? Vervolgens ontwikkel je een gezamenlijk visie op digitale geletterdheid in het curriculum. En deze visie geeft sturing aan het schoolcurriculum, de organisatie, de leersituatie rondom digitale geletterdheid en de benodigde professionalisering. Ook al werk je op school al aan activiteiten rond digitale geletterdheid, het vormen van een visie op onderwijs in digitale geletterdheid vergroot een succesvolle implementatie.
Zie ook Stappenplan met visievorming
De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op het onderwijs. Omdat er voor digitale geletterdheid nog geen wettelijk kader is, er zijn nog geen wettelijk vastgestelde kerndoelen, wordt er op het onderwijs in digitale geletterdheid nog geen toezicht gehouden. Een inspecteur kan vooruitlopend op de nieuwe kerndoelen wel vragen of en wat er in de school aan digitale geletterdheid wordt gedaan en dit stimuleren. Op het moment dat de conceptkerndoelen in wet zijn vastgelegd, naar verwachting begin schooljaar 2027-2028, zal de onderwijsinspectie gaan toezien wat scholen op dit gebied doen. Nadat scholen enkele jaren de gelegenheid hebben om digitale geletterdheid in hun curriculum te verankeren, gaat de onderwijsinspectie vanaf 2031 ook handhavend optreden.
Over de mate waarin leerlingen digitaal geletterd zijn, zijn nog geen structurele onderzoeksresultaten in Nederland. In opdracht van de Inspectie van het Onderwijs is een peilingsonderzoek uitgevoerd in het primair onderwijs (po) en wordt gewerkt aan eenzelfde onderzoek in de onderbouw van het voortgezet onderwijs (vo-ob).
Een aantal gegevens uit dit peilingsonderzoek en uit andere Nederlandse onderzoeken waarin iets wordt gezegd over het onderwijs in digitale geletterdheid en de digitale geletterdheid van leerlingen hebben we op een factsheet gezet.
Zie ook: Factsheet digitale geletterdheid
Naast conceptkerndoelen digitale geletterdheid zijn er ook functionele kerndoelen digitale geletterdheid ontwikkeld. Deze zijn gericht op praktische en toepassingsgerichte vaardigheden waarbij zelfredzaamheid voorop staat.
Conceptkerndoelen digitale geletterdheid gelden voor:
- leerlingen in het basisonderwijs (inclusief het speciaal basisonderwijs) en in het speciaal onderwijs voor leerlingen met een visuele beperking, een auditieve/communicatieve beperking, een lichamelijke beperking, milde leerproblemen of gedragsproblemen.
- leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs en in het voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen met een visuele beperking, een auditieve/communicatieve beperking, een lichamelijke beperking, milde leerproblemen of gedragsproblemen en die de uitstroombestemming vervolgonderwijs hebben.
Functionele kerndoelen digitale geletterdheid gelden voor:
- leerlingen in het speciaal onderwijs die zeer moeilijk leren of met een meervoudige beperking.
- leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs die uitstromen naar dagbesteding
- leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs die uitstromen naar de arbeidsmarkt.
Digitaal geletterd ben je niet zomaar, je bent digitaal geletterd wanneer je bewust, verantwoordelijk, kritisch en creatief gebruik kunt maken van digitale technologie en digitale media voor het vinden van informatie, het uitvoeren van een taak, het oplossen van een probleem, het creëren van content, het digitaal communiceren en samenwerken. Je bent je daarbij bewust van de razendsnelle ontwikkelingen op dit gebied en wat digitale technologie en digitale media betekenen in wisselwerking voor jezelf, de ander, de samenleving en de wereld.