Het maken van opgaven

24 maart 2020

Elke schoolexamentoets (SE-toets) is van goede kwaliteit. Daarom moet elke SE-toets ontwikkeld, afgenomen en beoordeeld worden conform gestelde kwaliteitseisen in de school. Denk aan validiteit, betrouwbaarheid, uitvoerbaarheid en transparantie.

Elke SE-toets bestaat uit een complete toetsset:

  • de toetsmatrijs;
  • de toets met vragen of opdracht(en), eventueel met (uitwerk)bijlagen;
  • de instructie voor de leerling;
  • toegestane materialen en hulpmiddelen;
  • de instructie voor de examinator, o.a. over de afname;
  • het correctievoorschrift (beoordelingsmodel, beoordelingsinstructie, cesuur, cijferbepaling).

De informatie in het PTA geeft sturing aan de uitwerking van de toetsset. Daarom is het raadzaam duidelijke keuzes te maken met betrekking tot het aantal en het type toetsen dat een school op wil nemen in de PTA’s.

Tips

  • Werk een heldere toetsmatrijs uit waarin je laat zien wat je gaat toetsen, in welke verhouding, met welk doel, op welk niveau, in welke vorm, met hoeveel vragen en met welke weging.
  • Beschrijf in je toetsmatrijs de toetsdoelen zo concreet mogelijk. Dus in inhouden, waarneembaar gedrag en niveau en dus niet 'hst x uit lesmethode y'.
  • Ontwerp vragen en opdrachten die zich op evenwichtige wijze richten op kennis, vaardigheden en houdingen.
  • Kies toetsvormen (mondeling, schriftelijk, digitaal, praktisch) die passen bij de te beoordelen exameneenheden/eindtermen.