Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Onoverzichtelijke hoeveelheden zijn lastig te tellen. Het loont dan om ze voor een deel te tellen en het getelde deel te gebruiken om de hele hoeveelheid mee te vergelijken.
Bijvoorbeeld: Als van een stapel schriften er tien worden afgeteld, laat zich de vraag 'zouden er dertig zijn?' wel beantwoorden. Pepernoten kun je tellen door een handvol te tellen en dan te kijken hoeveel handen vol het er zijn.
Dit handig structureren vormt de basis voor het beredeneerd schatten. In feite wordt van kinderen gevraagd door te redeneren op basis van het getelde aantal. Het opdelen van hoeveelheden in 'handige' groepjes (bv. van ongeveer 10 of 25) is een belangrijke praktische manier van (schattend) tellen. Het 'bundelen' in tientallen, honderdtallen, enzovoort is in feite ook een basis van het tientallige talstelsel, waarmee wij rekenen.
Niets maakt zo veel los als een discussie over wat leerlingen wel en niet moeten leren op de basisschool. En dat is maar goed ook, want dat betekent dat we het belangrijk vinden. Maar hoe voer je een goede discussie over het curriculum? Wat komt er kijken bij een schoolspecifiek, vakoverstijgend curriculum en waar begin je als je als leraar losser van de lesmethode een goed leerplan wilt maken? De nieuwe curriculumwaaier van SLO geeft structuur en zorgt voor een kwaliteitscheck, zo blijkt uit de ervaring van leerkrachten.
Niets maakt zo veel los als een discussie over wat leerlingen wel en niet moeten leren op school. En dat is maar goed ook, want dat betekent dat we het belangrijk vinden. Maar hoe voer je een goede discussie over het curriculum? Wat komt er kijken bij een schoolspecifiek, vakoverstijgend curriculum en waar begin je als je als leraar losser van de lesmethode een goed leerplan wilt maken? De nieuwe curriculumwaaier van SLO geeft structuur en zorgt voor een kwaliteitscheck, zo blijkt uit de ervaring van docenten.
Waarom is het belangrijk dat leerlingen onderwijs krijgen in de natuurwetenschappen? Op deze vraag zijn veel verschillende antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld: om de wereld om hen heen te begrijpen, om nepnieuws te kunnen herkennen, om inzicht te krijgen in hoe de natuurwetenschap tot kennis komt. Docenten hebben hier verschillende meningen over en ook methodes passen vaak beter bij het ene antwoord dan bij het andere. In dit artikel bespreken SLO'ers Maarten Pieters en Erik Woldhuis een instrument om naar jouw eigen antwoord op deze vraag te kijken en dit te vergelijken met het antwoord van bijvoorbeeld andere leden van de sectie of met de methode.
Toelichting: Strategieën bij schattend tellen
Door de basisschool heen leren de kinderen, op basis van toenemend inzicht en grotere vaardigheid, verschillende strategieën te hanteren en te herkennen wanneer deze passen in een context:
- tellen op basis van patronen en tellen in sprongen (telkens zes eieren in een doosje);
- 'gemiddelde' en vermenigvuldigen (er staan ongeveer 20 stoelen op een rij, er zijn 16 rijen, en dus zijn er ongeveer 16 x 20 zitplaatsen);
- het nemen van een steekproef (hoe kunnen we een betrouwbare schatting maken van het aantal broden dat per dag gegeten wordt in onze stad/ons dorp?);
- schatten door gebruik te maken van andere maten, bijvoorbeeld: om te weten hoeveel bakstenen in de gevel van ons huis/onze school verwerkt te zijn, maak ik eerst een schatting hoeveel bakstenen er in een m2 verwerkt zijn. Daarna schat ik hoeveel m2 de gevel is.