Zoeken
verfijn de resultaten
SLO onderzocht, in opdracht van het ministerie van OCW, de
invloed van de actualisatie van de examenprogramma’s maatschappijleer op de actualisatie van de keuzevakken maatschappijkunde en maatschappijwetenschappen.
De startnotitie beschrijft de relevante en actuele ontwikkelingen voor maatschappijkunde en maatschappijwetenschappen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en vormt het uitgangspunt van de actualisatie van de examenprogramma's.
Het examenprogramma Geschiedenis en Staatsinrichting voegt zich niet (geheel) naar het kader van tijdvakken en kenmerkende aspecten, zoals dat voor de onderbouw vo en de bovenbouw havo/vwo geldt.
Taal mag geen struikelblok vormen om tot begrip van zaakvakken te komen. Aandacht voor taal zou leerlingen juist moeten ondersteunen bij het leren van de zaakvakken.
Steeds meer scholen kiezen er voor om wereldoriënterende thema's te verbinden aan het taalonderwijs. In een thema of project werken leerlingen gedurende langere tijd aan een 'levensecht' vraagstuk, waarbij ze zowel werken aan taaldoelen als aan doelen uit andere vakken.
Hoewel beide economische vakken een eigen benadering hebben en ook een eigen 'kengebied' zijn er mogelijkheden om de vakken meer met elkaar te verweven, waardoor het leereffect van beide vakken gezamenlijk voor de individuele leerling groter wordt.
Op de mulo, de voorloper van de mavo en later het vmbo, konden leerlingen les volgen en examen doen in boekhouden, bedrijfscalculaties, handelskennis, bedrijfsleer en rechts- en wetskennis.
Het vak bedrijfseconomie is de afkorting van het vak bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid. Ondernemerschap is binnen bedrijfseconomie zowel inhoudelijk als didactisch en pedagogisch een belangrijk aspect.
Voor 1968 werd op de HBS A economieonderwijs verzorgd als scholing voor de middenstand. De inhoud spitste zich toe op boekhouden, handelsrekenen en handelskennis, handelsrecht en handelscorrespondentie in het Engels, Frans en Duits (Vernooij, 2015).