Rekenen/wiskunde - Meten en meetkunde - kerndoel 32 - Groep 5 en 6 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.


Groep 5 en 6


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen verdiepen hun kennis van het verschijnsel plattegrond, verkennen het zelf tekenen en lezen daarvan en worden zich bewust van de noodzaak van het gebruik van een 'schaal'.
  • Ze beschrijven routes en gebruiken daarbij begrippen als 1e straat links, na 200 m rechts, 3e straat links, op de rotonde de derde afslag etc.
  • Ze gaan na aan de hand van foto's en een kaart, vanaf welk punt op de kaart bepaalde foto's gemaakt zijn en beargumenteren hun antwoord: "vanaf die kant kan het niet want dan zie je de kerk niet".
  • Ze bepalen lengten en afstanden op plattegronden en kaarten met behulp van een schaallijn, ze maken ook zelf tekeningen op schaal, bijvoorbeeld van hun slaapkamer en de klas. Alles hoeft niet precies.
  • De kinderen bouwen met blokken, beschrijven aanzichten, maken schema's met hoogtegetallen en omgekeerd: ze bouwen vanuit gegeven aanzichten en schema's met hoogtegetallen.
  • Ze herkennen patronen en zetten die voort (bijvoorbeeld in kralenkettingen of mozaïekfiguren.
  • Ze werken met licht en schaduw, onderzoeken verkleinen/vergroten/ver­vormen, voorspellen en controleren hun voorspellingen. Ze zijn hierbij vooral ook samen bezig en overleggen en discussiëren met elkaar.