Rekenen/wiskunde - Meten en meetkunde - kerndoel 32 - Groep 3 en 4 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.


Groep 3 en 4


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen maken maquettes en plattegronden van de klas, van de school en van de wijk.
  • Ze geven aan waar bepaalde gebouwen (kerk, winkel) liggen of waar ze wonen ten opzichte van de school of elkaar en beschrijven hoe je van de een naar de ander kunt komen. Ze zoeken naar een beschrijvingswijze die de andere kinderen kunnen begrijpen.
  • Ze onderzoeken door uitproberen en door voorstellingen te maken wat je vanaf een bepaald standpunt kunt zien en wat zeker niet (omdat er bijvoorbeeld iets groters voor staat).
  • Ze maken blokkenbouwsels op basis van voorbeelden, beschrijvingen, aanzichten en plattegronden met hoogtegetallen. Ze zoeken uit en beredeneren welke informatie noodzakelijk is om een bouwsel goed na te bouwen.
  • De kinderen construeren met papier eenvoudige ruimtelijke en vlakke meetkundige figuren zoals vierkanten, rechthoeken, driehoeken, cirkels, kubussen, blokken cilinders en kegels en bespreken samen wat de verschillen tussen de figuren en vormen zijn en wat dus specifieke kenmerken van de meetkundige figuren zijn.
  • De kinderen werken met patronen en mozaïeken door bijvoorbeeld kettingen te rijgen of met figuurtjes patronen te leggen.
  • Ze werken met spiegelbeelden en symmetrie, tekenen figuren die een symmetrieas hebben en bespreken waar je dan op moet letten.