Rekenen/wiskunde - Getallen en bewerkingen - kerndoel 30 - Groep 7 en 8 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures.


Groep 7 en 8


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen doen ervaring op met het gebruik van schatstrategieën als een mogelijkheid om de uitkomst van berekeningen met hele getallen én met kommagetallen globaal te controleren of te voorspellen.
  • Ze worden zich bewust dat het optellen en aftrekken met kommagetallen op een overeenkomstige manier als bij het optellen en aftrekken met hele getallen uitgevoerd kan worden, en leren kommagetallen op de juiste manier onder elkaar te zetten.
  • Ze onderzoeken het vermenigvuldigen met kommagetallen en worden zich bewust dat hierbij al naar gelang de complexiteit van de getallen gekozen kan worden voor een analogieredenering (0,4 x 0,6 analoog aan 4 x 6), een cijferprocedure (2,4 x 3,6) of kolomsgewijze procedure of de rekenmachine. Ze maken kennis met de mogelijkheid om, in het geval van een cijferprocedure, af te zien van de komma en pas na het cijferen de plaats van de komma te bepalen door een schatting van de uitkomst te maken.
  • Ze maken kennis met de mogelijkheid om eenvoudige delingen met benoemde kommagetallen op te lossen door de deling om te zetten naar een deling met hele getallen. Dat gaat uitstekend bij benoemde kommagetallen door naar een fijnere maat over te schakelen.
  • Bij het oefenen van de herhaald aftrekprocedure bij delen gaan de kinderen steeds verder op zoek naar verkortingen. Zij worden zich bewust hoe deze procedure efficiënt uitgevoerd kan worden door eerst in happen van 100 keer en van 10 keer af te trekken. Dat kan meerdere keren gebeuren. Ze onderzoeken hoe deze werkwijze verder verkort kan worden en worden zich bewust dat dit kan door te werken met veelvouden van 100x en 10x.
  • Ze schatten hoeveel keer er maximaal in veelvouden van 100x en daarna van 10x af kan en gaan daarmee over naar een kortere vorm van herhaald aftrekken.
  • De kinderen reflecteren op het verschijnsel van de rest bij het delen en worden zich bewust dat deze al naar gelang de context waarbinnen het probleem zich afspeelt, op een verschillende manier geïnterpreteerd dient te worden.
  • Zowel bij het vermenigvuldigen als bij het delen met kale kommagetallen worden ze zich bewust van de mogelijkheid om zulke opgaven met een passende contextsituatie te verbinden om makkelijker tot een oplossing te komen. Bijvoorbeeld: 2,4 x 3,6 opvatten als 2,4 kg van € 3,60 per kg.