Oriëntatie op jezelf en de wereld - Ruimte - kerndoel 50 - Groep 3 en 4 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.


Groep 3 en 4


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen denken na over de plaats waar dingen zich in hun eigen regio bevinden.
  • Ze geven die dingen op een eenvoudige kaart van die eigen regio aan.
  • Ze presenteren het resultaat en geven er uitleg bij.
  • Ze lokaliseren regelmatig topografische elementen (landen, plaatsen, rivieren, gebergten) die actueel zijn op een kaart van Nederland, Europa of de wereld.

Toelichting: Mental map

De kaart die mensen in hun hoofd hebben van hun eigen omgeving, van Nederland, Europa en de wereld. Bijvoorbeeld de mental map van Nederland: uit je hoofd een beschrijving kunnen geven van:

  • waar de provincies liggen;
  • welke belangrijke steden je (successievelijk) passeert als je met de trein van Groningen naar den Haag rijdt;
  • welke provincies grenzen aan Duitsland en aan België;
  • waar de meeste droogmakerijen voorkomen;
  • waar je de meeste kans hebt op gebieden met reliëf;
  • welke borden je moet volgen als je vanuit Utrecht met de auto naar Meppel moet;
  • enzovoort.