Oriëntatie op jezelf en de wereld - Natuur en techniek - kerndoel 46
De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon de seizoenen en dag en nacht veroorzaakt.
natuurverschijnselen Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
Inhoud voor: groep 1 en 2
- de hemel met zon, maan en sterren
Inhoud voor: groep 3 en 4
- de vormen van de maan zoals wij die zien
- de verandering van de schaduw van een object in de loop van een dag
- de stand van de zon op verschillende momenten van de dag:
- opkomst → oosten
- hoogtepunt → zuiden
- ondergang → westen
Inhoud voor: groep 5 en 6
- het verband tussen zonnestand en schaduwlengte en daglengte, in zomer en winter
- de draaiing van de aarde
- de beweging van de aarde ten opzichte van de zon
- ontstaan van dag en nacht
Inhoud voor: groep 7 en 8
- de volgorde van de schijngestalten van de maan
- de beweging van de aarde en de maan ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de zon
- het dag- en nachtritme in relatie tot de seizoenen
- de ligging van (andere) planeten ten opzichte van de zon