Oriëntatie op jezelf en de wereld - Natuur en techniek - kerndoel 43 - Groep 7 en 8 - Wat doen de kinderen
De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.
Wat doen de kinderen?
Bij Weer:
- De kinderen stellen zelf weerberichten samen op verschillende momenten in het jaar.
- Ze bekijken in verschillende seizoenen op zonnige dagen waar de zon staat en hoe lang de schaduwen zijn.
- Ze leren dat het weer in de verschillende seizoenen anders is door de plaats van de aarde ten opzichte van de zon.
Bij Klimaat:
- De kinderen leren over temperatuur en neerslag in een aantal (van noord naar zuid) steden van andere werelddelen (Azië of Afrika).
- Ze oriënteren zich op een aantal, daarmee verwante, klimaten.
- Ze kunnen uitleggen welke overgang van klimaten je ervaart als je bijvoorbeeld van Alicante in Spanje naar Kaapstad in Afrika reist.
- Ze oriënteren zich op de betekenis van het klimaat voor het verbouwen op mondiale schaal van cultuurgewassen als fruit, groente, wijn, graan.
Toelichting: Landschap
Alles om ons heen is landschap. Een veel gehanteerde tweedeling is:
Natuurlandschap:
een landschap dat (vooral) gevormd is door processen in de natuur, bijvoorbeeld een rivierenlandschap, een hooggebergtelandschap. Het enige (nog echte, zegt men), natuurlandschap in Nederland is het waddenlandschap.
Cultuurlandschap:
een landschap dat gevormd is door ingrijpen van de mens, bijvoorbeeld een stads-/dorpslandschap, een droogmakerij/IJsselmeerpolder, ingedijkt land, enzovoort.
Eigenlijk is er in Nederland altijd sprake van een combinatie van beiden, bijvoorbeeld een es- en brinkdorplandschap op een stuwwallenlandschap of een polder (landschap) op een veen- of zeekleilandschap.