Oriëntatie op jezelf en de wereld - Natuur en techniek - kerndoel 41 - Groep 5 en 6 - Wat doen de kinderen
De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.
Wat doen de kinderen?
- De kinderen onderzoeken wat de verschillen zijn tussen henzelf en andere kinderen wat betreft proeven, ruiken, zien, horen en voelen.
- Ze luisteren naar elkaars hartslag met een wc-rolletje.
- Ze voelen hoe hun buik/borst beweegt bij uit- en inademen.
- Ze zoeken in hun eigen lichaam naar scharnier- en kogelgewrichten.
- Ze geven de plaats van die gewrichten aan in een schets van een menselijk lichaam.
- De kinderen maken zelf een skelet van kosteloos materiaal.
- Ze ontdekken dat botten, gewrichten en spieren zorgen voor stevigheid en beweeglijkheid.
- Ze vergelijken delen van het skelet van een mens met hetzelfde deel van verschillende (zoog-)dieren, bijv. een hand van een mens vergelijken met een vleugel van een vleermuis of vogel.
- De kinderen bekijken stekjes van verschillende delen van een plant en voorspellen welke uit kunnen groeien tot een plant.
- Ze bedenken wat er aan de stekjes ontbreekt (wortels).
- Ze laten de stekjes wortels krijgen in een glazen potje met water en poten de gewortelde stekjes in aarde.
- Ze kunnen na een aantal weken zeggen of hun voorspelling klopte.
- De kinderen doen vanuit door henzelf gestelde vragen experimenten om te onderzoeken wat de functie is van wortel, stengel en blad: wateropname door de wortels van een plantje in een glazen potje, krom groeien van een stengel naar het licht toe, verdamping van water door de bladeren (plastic zakje over de plant).
- De kinderen volgen in de klas de ontwikkeling van kikkerdril tot kikkers of eitjes tot vlinders en kunnen daaraan verschillende stadia herkennen (gedaanteverwisseling).
(zie ook kerndoel 40)
Toelichting: Organismen
Organismen zijn in te delen in vier categorieën:
- planten;
- dieren;
- schimmels;
- bacteriën.
Bij natuur in het basisonderwijs komen van deze vier categorieën de planten, dieren en paddestoelen (verschijningsvorm van schimmels) in alle groepen aan de orde, en schimmels en bacteriën alleen in de bovenbouw als er gesproken wordt over de voedselkringloop.
Toelichting: Gedaanteverwisseling
Bepaalde dieren maken tijdens hun leven een ontwikkeling door, waarin hun uiterlijk (gedaante) enkele malen duidelijk verandert, bijvoorbeeld: ei → rups → pop → vlinder.
Toelichting: Ontdekhoek
Van een ontdekhoek is sprake als op een bepaalde plaats in de klas een "hoek" ingericht wordt met uitdagend materiaal. De kinderen kunnen zo kennis maken met het onderwerp en kunnen ook zelf met het materiaal werken.
Toelichting: Observatiekring
Een kringgesprek waarin de kinderen ook waarnemingen doen aan het materiaal, bijv. bij het zoeken naar verschillen en overeenkomsten tussen dieren.
Toelichting: Kikkerdril
Hoewel kikkers beschermd zijn, mag kikkerdril worden gebruikt ten behoeve van het onderwijs.
Toelichting: Verspreiding van planten
Planten verspreiden hun zaden op verschillende manieren, via:
- dieren: uitwerpselen van vogels die bessen hebben gegeten of doordat vogels en andere dieren zaden in de grond verstoppen (Vlaamse gaai, eekhoorn) of doordat zaden kleven aan de vacht van dieren (kleefkruid);
- de wind (paardebloem, esdoorn);
- het water (gele lis, kokosnoot);
- eigen kracht (springzaad).