Oriëntatie op jezelf en de wereld - Mens en samenleving - kerndoel 37 - Groep 3 en 4 - Wat doen de kinderen
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
Groep 3 en 4
Wat doen de kinderen?
- De kinderen vertellen over vrienden buiten de school. Hoe word je vrienden? Waar heb je elkaar ontmoet (tijdens vakantie, op een sportclub, op bezoek bij iemand)?
- Ze praten over: Wat doe je als je ruzie hebt? Hoe los je dat op? Wat zeg je als je ruzie maakt of het oplost?
- Ze inventariseren wie er tot een familie behoren (opa's en oma's, ooms en tantes, neven en nichten).
- Ze denken na over wanneer iemand een oom of een tante is. En wanneer een neef of een nicht.
- Ze vertellen over familie. Wat doe je met je familie samen? Doe je meer als je dicht bij elkaar woont (spelen met kinderen in de familie, op bezoek bij ...)?
- De kinderen schrijven op wat iedereen doet in het gezin en praten over de taakverdeling.
- Ze maken een lijst van het werk dat zijzelf op één dag doen (zowel thuis, als op school).
- De kinderen denken na over de voor- en nadelen van verschillende beroepen. Ze bespreken wat je voor een beroep moet leren.