Oriëntatie op jezelf en de wereld - Mens en samenleving - kerndoel 34 - Groep 5 en 6 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.


Groep 5 en 6


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen gaan na, bijvoorbeeld door elkaar te interviewen, in welke mate ze in hun eigen leefpatroon rekening houden met de basisregels voor een goede persoonlijke verzorging: rust, beweging, frisse lucht en hygiëne.
  • Ze overwegen welke veranderingen mogelijk zijn.
  • De kinderen brengen hun eigen voedingspatroon in kaart en bekijken dat op gezondheidsaspecten: basisvoedingsmiddelen, variatie, evenwicht in energieopname en -verbruik.
  • De kinderen wisselen ervaringen uit over verschillen in lichamelijke prestaties en over chronische aandoeningen, ongemakken en handicaps.
  • De kinderen oefenen in de (gesimuleerde) praktijk eenvoudige eerste-hulp vaardigheden: blaar, bloedneus, eenvoudige wonden, insectensteek, splinter, vuiltje in het oog, en dergelijke.
  • De kinderen leren zichzelf beter kennen: mogelijkheden, kenmerken, wensen, gevoelens, beperkingen en voorkeuren.
  • Ze ontdekken dat eigenschappen en vaardigheden niet vastliggen, maar zich ontwikkelen onder invloed van leeftijd, oefening en sociale omgeving.
  • Ze leren bewust om te gaan met gevoelens, wensen en opvattingen en deze zo te uiten dat anderen ze begrijpen.
  • Ze leren om te gaan met eigenschappen, gevoelens, wensen en opvattingen van anderen.
  • Ze oefenen in de (verbeelde) praktijk in het omgaan met conflictsituaties door voor alle partijen passende oplossingen te vinden.
  • Ze leren samenwerken in een groep: taken verdelen en uitvoeren, afspraken maken en nakomen, hulp vragen en accepteren.