Nederlands - Schriftelijk onderwijs - kerndoel 9 - Groep 5 en 6 - Wat doen de kinderen


De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.


Groep 5 en 6


Wat doen de kinderen?

  • Lezen:
    • de kinderen lezen dagelijks met plezier eigen gekozen teksten en boeken;
    • ze herkennen verschillende genres;
    • ze krijgen inzicht in eigen voorkeuren voor bepaalde genres en auteurs.
  • Voorlezen:
    • de kinderen lezen voor aan klasgenoten;
    • ze luisteren naar voorgelezen verhalen, gedichten, en andere teksten;
    • ze lezen zelfgeschreven teksten voor (als ze dat willen).
  • Activiteiten rond boeken, verhalen, poëzie:
    • de kinderen praten en discussiëren met groepsgenoten over gelezen boeken, bijvoorbeeld aan de hand van stellingen;
    • ze schrijven naar aanleiding van een boek, bijvoorbeeld: een vervolg schrijven aan het eind van een hoofdstuk, een reclametekst voor het boek maken;
    • ze doen aan drama, bijvoorbeeld een hoorspel maken naar aanleiding van het verhaal, verteltheater;
    • ze maken een plattegrond/kaart, fantasiebeesten, gebouwen of andere dingen uit het boek en maken daarbij gebruik van beeldende mogelijkheden van beeldaspecten en materialen (zie leerlijn bij kerndoel 54 beeldende vorming).
  • Schrijven:
    • de kinderen schrijven veel verschillende soorten teksten met verschillende doelen en voor een divers publiek.