Nederlands - Schriftelijk onderwijs - kerndoel 5


De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.

Toelichting en verantwoording

GEBRUIK - soorten teksten Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • verhalende teksten, vooral expressief
    (bijv. bij tekeningen, briefjes en kaarten voor anderen, verhalen/boekjes) (zie kerndoel 9)
  • af en toe informatieve teksten
    (bijvoorbeeld berichtjes met eigen nieuws voor op het nieuwsprikbord)
  • af en toe instructieve teksten
    (bijv. recepten)
  • en verder: teksten die functioneel zijn voor eigen (spel)activiteiten:
    lijstjes (bijv. een boodschappenlijstje voor de winkelhoek of een bestellijst voor de 'bakker') , menukaarten, uithangborden, reclameborden)
Inhoud voor: groep 3 en 4

als groep 1/2+

  • verhalende teksten ( (persoonlijke) verhalen, gedichtjes, briefjes en kaarten voor anderen) (zie kerndoel 9)
  • eenvoudige informatieve teksten (bijv. berichten, of antwoorden op vragen)
  • af en toe ook instructieve teksten (bijv. recepten of korte gebruiks- of gedragsaanwijzingen)
Inhoud voor: groep 5 en 6

als groep 3/4+

  • verhalende teksten
    (bijv. verhalen, gedichten, brieven, e-mails) (zie kerndoel 9)
  • informatieve teksten
    (bijv. verslagen, eenvoudige werkstukken, observaties van bijvoorbeeld diergedrag en proefjes)
  • instructieve teksten
    (recepten, een speurtocht, een routebeschrijving, gebruiks- of gedragsaanwijzingen)
  • betogende teksten
    (bijv. een boekverslag) (zie kerndoel 8)
Inhoud voor: groep 7 en 8
als groep 5/6+
  • naast verhalende (zie kerndoel 9), informatieve en instructieve teksten
    (bijv. een handleiding, een draaiboek) ook betogende teksten (bijv. een boekbespreking, een recensie over een tv-programma, een ingezonden brief, een oproep, een leus op een spandoek, reclame) (zie kerndoel 8)

GEBRUIK - schrijfdoelen Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • schrijfdoelen hebben vooral betrekking op plezier verschaffen en op informeren
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • schrijfdoelen hebben vooral betrekking op informeren en plezier verschaffen; ook op instrueren
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • schrijfdoelen hebben betrekking op informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen
Inhoud voor: groep 7 en 8

als groep 5/6

VORM Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • (losse) woorden (bijv. labels, lijstjes of bij een tekening)
  • zinnen (bijv. bij een tekening, of op een kaart of briefje)
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • korte teksten met meestal één inhoudselement, vaak met een chronologische opbouw
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • langere teksten met diverse inhoudselementen en meerdere (+ complexer) tekststructuren
Inhoud voor: groep 7 en 8
  • langere teksten met diverse inhoudselementen en meerdere (+ complexer) tekststructuren
Inhoud voor: groep 1 en 2
  • schrijven is vooral:
    • schrijven via tekenen
    • schrijven via krabbelen
    • schrijven via letterachtige vormen
    • schrijven via letter-/tekenreeksen
    • schrijven via spontane spelling
  • schrijven is ook naschrijven en nastempelen, en typen op de computer
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • zinnen zijn kort, meestal enkelvoudig, grammaticaal eenvoudig, kunnen spelfouten en grammaticale fouten bevatten
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • zinnen worden langer, naast enkelvoudige ook samengestelde zinnen, grammaticaal complexer, kunnen spelfouten en grammaticale fouten bevatten
Inhoud voor: groep 7 en 8
  • zinnen worden langer, naast enkelvoudige ook samengestelde zinnen, grammaticaal complexer; bevatten weinig spelfouten en grammaticale fouten
Inhoud voor: groep 1 en 2
  • verzorgen is gericht op:
    • tekening kleuren
    • woorden versieren
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • verzorgen is gericht op:
    • verdeling bladspiegel
    • illustraties bij tekst
Inhoud voor: groep 5 en 6

als groep 3/4 +

  • aandacht voor spelling en interpunctie
  • alinea's, titels en kopjes
Inhoud voor: groep 7 en 8

als groep 5/6 +

  • tekstconventies
  • werken met tekstverwerkingsprogramma's

INHOUD Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • de onderwerpen zijn dichtbij, ze gaan over het hier en nu, zijn contextgebonden en concreet
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • de onderwerpen zijn dichtbij, ze gaan over het hier en nu of over nabije omgeving, nabije toekomst/verleden. De onderwerpen zijn concreet
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • de onderwerpen worden minder contextgebonden. Ze hebben ook betrekking op verleden en toekomst en op omgeving die minder nabij is. Er komen ook abstracte onderwerpen voor (bijvoorbeeld bij de zaakvakken)
Inhoud voor: groep 7 en 8
  • de onderwerpen zijn niet altijd contextgebonden. Het kan ook om abstracte onderwerpen gaan

AANPAK Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • het inzetten van schrijfstrategieën wordt begeleid door de leraar en richt zich vooral op het verkennen van het onderwerp en het 'verzamelen' van informatie
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • het inzetten van schrijfstrategieën wordt begeleid door de leraar en richt zich vooral op het oriënteren op het onderwerp, het verzamelen, selecteren en ordenen van informatie en op het reflecteren (vooral op de inhoud en in mindere mate op de vorm). Bij het verzorgen van de tekst gaat het vooral om de lay-out
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • het inzetten van schrijfstrategieën wordt aangemoedigd door de leraar waar nodig door hem begeleid. Bij het oriënteren komt meer aandacht voor het doel en publiek. Bij het plannen maken de leerlingen ook een opzet voor hun tekst. Het reflecteren en reviseren heeft betrekking op inhoud (doel, publiek, opbouw van tekst) en vorm (opbouw van zinnen, spelling)
Inhoud voor: groep 7 en 8

als groep 5/6