Nederlands - Schriftelijk onderwijs - kerndoel 5 - Groep 1 en 2 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.


Groep 1 en 2


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen ervaren het permanente karakter van geschreven taal. Ze ervaren dat tekenen en tekens produceren mogelijkheden bieden tot communicatie
  • Ze ‘schrijven’ allerlei soorten teksten.
  • Ze ‘schrijven’ op hun eigen niveau. Zo tekent het ene kind over zijn belevenissen in de speeltuin en wil hij dat de leraar zijn verhaal erbij schrijft, schrijft een ander kind overal haar eigen naam op, maakt weer een ander kind allerlei letterreeksen en is een vierde kind bezig woorden te schrijven op zijn gehoor.
  • De kinderen ervaren de functies van geschreven taal, door te ‘schrijven’ in functionele situaties, zoals bijvoorbeeld:
    • het ‘schrijven’ van briefjes en kaartjes naar mensen in hun omgeving, bijvoorbeeld bij verjaardag, ziekte, geboorte of ‘zomaar’;
    • hun naam ergens op te schrijven;
    • lijstjes te maken (boodschappenlijstje, verlanglijstje).
  • De kinderen presenteren hun tekst eventueel aan klasgenoten, bijvoorbeeld door de tekst in de lees- en schrijfhoek te leggen of op te hangen, of door erover te vertellen op de ‘schrijverstoel’ (als ze dat willen).