Nederlands - Mondeling onderwijs - kerndoel 3 - Groep 5 en 6 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.


Groep 5 en 6


Wat doen de kinderen:

  • De kinderen verwoorden hun mening.
  • Ze leggen uit waarom ze iets vinden.
  • Ze voeren onderhandelende gesprekken, waarin ze samen een probleem bespreken, bijvoorbeeld hoe een taak aan te pakken, maar ook samen een oplossing te bedenken. De gesprekken leiden tot een gezamenlijke oplossing of stelling.
  • Ze voeren gesprekken (met de leraar) waarin ze hun mening geven, bijvoorbeeld over programma's op radio of televisie, over boeken of over eigen werk.
  • De kinderen vertellen in de grote kring wat zij ergens van vinden.
  • Ze verduidelijken hun standpunt, door het bijvoorbeeld met een voorbeeld te illustreren.
  • Ze geven een reactie op de mening van een ander.
  • Ze voeren een dialoog naar aanleiding van een bepaalde stelling.
  • Ze reageren op radio- of tv-programma's, op boeken, op eigen werk en onderbouwen hun oordeel erover. De kinderen vragen naar de mening van anderen.
  • De kinderen luisteren kritisch naar wat anderen zeggen en halen de kern eruit. Ze gaan na of een uitspraak een mening of een feit is.
  • Ze formuleren een eigen mening en vergelijken die met de mening van gesprekspartners. Ze stellen kritische vragen.
  • Ze reageren op multimediaprogramma's, waarbij ze in aangeven wat de belangrijkste inhoud is, wat hun mening erover is, welke aspecten ze aantrekkelijk vinden en ze onderbouwen hun oordeel.