Kunstzinnige oriëntatie - kerndoel 55 - Groep 3 en 4 - Doorkijkje


De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.


Groep 3 en 4


Bij beeldende vorming - Honden en katten

De kinderen zitten in de kring. In het midden staan hun kleibeeldjes. Naar aanleiding van een gedicht hebben ze gepraat over de relatie tussen honden en katten. Daarna heeft juf Wilma hen de opdracht gegeven om in tweetallen een hond en een kat te boetseren. Aan de kop en het lijf moet je kunnen zien wie de hond en wie de kat is. En kun je aan de manier waarop ze bij elkaar staan of zitten zien of ze elkaar aardig vinden of niet?
Nu vraagt Wilma of ze goed kunnen zien wie van de twee de hond en wie de kat is. Waaraan zien ze dat? Fokke ziet het aan de kop. De meeste hondenbeeldjes hebben een lange snuit, de katten hebben een meer ronde kop. Behalve de poes van Maartje die heeft een spitse snuit, net als een muis. Marian wijst op een hond met hangoren. Katten hebben hun oren altijd rechtop staan. Thea ziet een kat met een rechtopstaande staart en hoge rug. De honden hebben dat niet.
Later in het gesprek vraagt Wilma waaraan je kunt zien of het wel of geen vrienden zijn. Jan wijst op een hond en een kat die recht tegenover elkaar staan. Hij laat zijn tanden zien aan een kat die staat te blazen met een hoge rug. Vrienden zijn ze zeker niet...
Wilma gaat ook in op de techniek van het boetseren. Wie heeft de oren en de staart uitgeknepen? En wie vond het makkelijker om lichaamsdelen los aan te zetten en te versmeren? Hoe ging dat? Is de staart er niet afgevallen tijdens het drogen?

(Bron: Roozen, I. (red.) (2002). Moet je Doen Handvaardigheid. Amsterdam: SLO/Meulenhoff-Educatief).


Toelichting: Reflecteren

Reflectie is een belangrijke fase in het creatieve proces. Naast aandacht voor het werk in het algemeen, kijkt de leraar met de kinderen gericht naar de resultaten van hun werk. Dat gebeurt in eerste instantie tegen de achtergrond van de aandachtspunten die de leraar tijdens de introductie en de instructie heeft aangereikt.
De kinderen leren met nuance kijken, luisteren, vergelijken en hun mening te geven. Ze krijgen daardoor informatie over hun gemaakte werk (feedback), die ze in een later stadium weer bij het kijken en vormgeven kunnen gebruiken. Belangrijke aandachtspunten in de nabespreking zijn: een mening geven en beargumenteren en respect kunnen opbrengen voor de ziens- en werkwijze van een ander.

Toelichting: Werk

Bijvoorbeeld: een beeld, tekening, muziekstukje, lied, dans, spel, verhaal of gedicht.

Toelichting: Kunstenaars

Bijvoorbeeld: beeldend kunstenaars, musici, componisten, dansers, choreografen, acteurs, regisseurs, schrijvers, dichters.