Friese taal - Schriftelijk onderwijs - kerndoel 20


De leerlingen leren informatie te verwerven uit teksten in het Fries in frequent voorkomende teksttypen (zoals artikelen in jeugdrubrieken, liedjes, verhalen).

Toelichting en verantwoording

GEBRUIK - aanbod van teksten Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • vooral verhalende teksten:
    prentenboeken, zelfgemaakte digitale prentenboeken met foto's van de logeerknuffel bv., bundels met versjes, liedjes, gedichten
  • informatieve prentenboeken kjomen ook voor
  • informatief beeldmateriaal zoals (bouw)tekeningen, schema's, foto's, video's, cd-roms
  • instructieve teksten met illustraties/foto's, bv. in de vorm van (kinder)kookboeken
  • pictogrammen, opschriften, labels
  • informatieve en instructieve teksten in tijdschriften, folders, kranten, schoolkrant
  • teksten van kinderen zelf, bv. lijstjes, teksten bij tekeningen, briefjes
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • vooral verhalende teksten:
    prentenboeken, boeken die kinderen zelf kunnen lezen (met verhalen, eenvoudige versjes, gedichten)
  • informatieve boekjes, informatieve prentenboeken, korte informatieve teksten in tijdschriften, kranten
  • informatieve en instructieve teksten uit de lees- en taalmethode en lesmateriaal voor de zaakvakken
  • beeldmateriaal en achtergrondinformatie op cd-roms, dvd of internet
  • instructieve teksten, bijvoorbeeld recepten, gebruiksaanwijzingen, uitleg bij opdrachten
  • naslagwerken, waaronder in ieder geval een Fries woordenboek
  • opschriften, labels, pictogrammen
  • teksten van kinderen zelf, bv. lijstjes, briefjes, verhaaltjes, gedichten, teksten in de schoolkrant, korte informatieve teksten bv. in het eigen woordenboek
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • meer informatieve teksten en ook instructieve (en betogende) teksten in boeken, tijdschriften kranten, folders en op internet
  • informatieve en instructieve teksten uit de lees- en taalmethode, in lesmateriaal voor de zaakvakken
  • naslagwerken, waaronder in ieder geval een Fries woordenboek, internet
  • verhalende teksten blijven een rol spelen: verhalen in boeken, in tijdschriften, gedichten, liedteksten
  • opschriften
  • teksten van kinderen zelf
Inhoud voor: groep 7 en 8
  • informatieve, instructieve en betogende teksten in boeken, tijdschriften, folders en op internet
  • betogende teksten bv. boekbesprekingen, ingezonden brieven, reclame, oproepen op poster of in tijdschrift
  • naslagwerken, waaronder in ieder geval een Fries woordenboek en internet
  • verhalende teksten blijven een rol spelen: verhalen in boeken, in tijdschriften, gedichten, liedteksten
  • opschriften
  • teksten van kinderen zelf

GEBRUIK - leesdoelen Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • leesdoelen hebben vooral betrekking op zich ontspannen/amuseren; zo nu en dan gaat het om informatie verwerven
  • functies van geschreven taal ervaren:
    • geschreven teksten zoals briefjes, brieven, boeken en tijdschriften hebben een communicatief doel
    • symbolen zoals logo's en pictogrammen verwijzen naar taalhandelingen
    • geschreven taal heeft een permanent karakter
    • tekenen en tekens produceren bieden mogelijkheden tot communicatie
    • onderscheid tussen 'lezen' en 'schrijven'
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • leesdoelen hebben vooral betrekking op zich ontspannen/amuseren en ook op informatie verwerven; lezen om erachter te komen hoe iets te doen of maken (geïnstrueerd worden) komt ook voor
  • functies van geschreven taal ervaren:
    • geschreven teksten zoals briefjes, brieven, boeken en tijdschriften hebben een communicatief doel
    • symbolen zoals logo's en pictogrammen verwijzen naar taalhandelingen
    • geschreven taal heeft een permanent karakter
    • tekenen en tekens produceren bieden mogelijkheden tot communicatie
    • onderscheid tussen 'lezen' en 'schrijven'
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • leesdoelen hebben betrekking op informatie verwerven, zich ontspannen/amuseren en geïnstrueerd worden; zich op de hoogte stellen van meningen/zich een mening vormen en overtuigd worden zijn leesdoelen die ook voorkomen
Inhoud voor: groep 7 en 8
  • leesdoelen hebben betrekking op informatie verwerven, zich ontspannen/amuseren, geïnstrueerd worden en zich op de hoogte stellen van meningen/zich een mening vormen en overtuigd worden

VORM Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • de teksten bevatten veel visuele ondersteuning; de verhalende teksten hebben een heldere structuur (vaak chronologisch) met herhalingen
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • de teksten bevatten voldoende visuele ondersteuning voor beginnende taalleerders van het Fries; ze hebben een eenvoudige structuur (bijvoorbeeld een chronologische opbouw en/of bevatten vraag-antwoordopeenvolgingen)
Inhoud voor: groep 5 en 6

als groep 3/4 +

  • vergelijkings-, tegenstellings- en/of voorbeeldstructuren en/of middel-doel- en oorzaak-gevolgrelaties
  • de teksten worden langer
Inhoud voor: groep 7 en 8

als groep 5/6 +

  • redengevende, voorwaardelijke (als ... dan) structuren en/of probleem-oplossingsrelaties
Inhoud voor: groep 1 en 2
  • zinnen zijn kort en eenvoudig
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • zinnen zijn niet te lang, eenvoudig (grammaticaal niet complex), meestal enkelvoudig
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • zinnen zijn langer; samengestelde en grammaticaal complexer zinnen komen ook voor
Inhoud voor: groep 7 en 8
  • voor gevorderde taalleerders van het Fries doet de zinslengte er niet toe
  • langere, samengestelde en grammaticaal complexer zinnen komen regelmatig voor
  • voor beginnende taalleerders van het Fries zijn de zinnen niet te lang

INHOUD Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • de onderwerpen van de teksten zijn dichtbij, ze gaan over het hier en nu, zijn contextgebonden en meestal concreet
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • de onderwerpen van de teksten zijn dichtbij, ze gaan over het hier en nu of over nabije omgeving, nabije toekomst/verleden; de onderwerpen zijn concreet, maar soms ook abstract
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • de onderwerpen van de teksten worden minder contextgebonden; ze hebben ook betrekking op verleden en toekomst en op de omgeving die minder nabij is; er komen regelmatig abstracte onderwerpen voor
Inhoud voor: groep 7 en 8
  • de onderwerpen van de teksten zijn niet altijd contextgebonden; het gaat regelmatig om abstracte onderwerpen

AANPAK Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • op initiatief en onder aansturing van de leraar leesstrategieën inzetten
  • boekoriëntatie (samenhang illustraties en tekst, leesrichting, opbouw van het boek)
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • onder begeleiding van de leraar inzetten van leesstrategieën
  • onder begeleiding van de leraar kennismaken met mogelijkheden voor informatieverwerving: alfabetische volgorde, functie en opzet van verschillende informatiebronnen zoals woordenboeken (op cd-rom of in boekvorm), jeugdtijdschriften, schoolkranten en internet
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • inzetten van leesstrategieën wordt aangemoedigd door de leraar en waar nodig door haar begeleid
  • onder begeleiding van de leraar inzetten van technieken en strategieën voor informatieverwerving
Inhoud voor: groep 7 en 8

als groep 5/6 +

  • inzetten van technieken en strategieën voor informatieverwerving, waar nodig onder begeleiding van de leraar
  • bij informatieverwerving ook aandacht voor: betekenis en functie van verschillende informatiebronnen zoals grote woordenboeken, week- en dagbladen, tijdschriften en internet
Inhoud voor: groep 1 en 2
  • bij het opbouwen van verwachtingen gaat het vooral om verwachtingen op macro- en mesoniveau; voorspellen op microniveau is ook mogelijk in geval van bijvoorbeeld zinnen/ uitspraken die steeds terugkomen in een verhaal
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • bij het opbouwen van verwachtingen gaat het vooral om verwachtingen op macro- en mesoniveau.
    Bij verwachtingen op mesoniveau gaat het vooral om het benutten van inzicht in de chronologische volgorde in een tekst. Verwachtingen op macroniveau hebben vooral betrekking op het thema en de tekstsoort. Verwachtingen op microniveau zijn ook mogelijk net als in groep 1/2 in geval van bijvoorbeeld woorden, woordgroepen, zinnen die steeds terugkeren in een tekst
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • bij het opbouwen van verwachtingen gaat het om verwachtingen op macroniveau en vooral om verwachtingen op mesoniveau.
    Bij verwachtingen op mesoniveau gaat het vooral om het benutten van inzicht in relaties in een tekst (tegenstelling, vraag-antwoord, middel-doel, oorzaak-gevolg) die vrij expliciet gemaakt worden. Verwachtingen op microniveau zijn ook mogelijk, in geval van frequent gebruikte of bekende en volgens herkenbare patronen opgebouwde woorden, woordgroepen, zinnen, uitspraken
Inhoud voor: groep 7 en 8
  • bij het opbouwen van verwachtingen gaat het om verwachtingen op macroniveau en vooral om verwachtingen op mesoniveau.
    Bij verwachtingen op mesoniveau gaat het vooral om het benutten van inzicht in relaties in een tekst (zie 5/6 + redengevende en voorwaardelijke structuren, probleem-oplossing) die al dan niet expliciet gemaakt worden. Verwachtingen op microniveau zijn ook mogelijk, in geval van frequent gebruikte of bekende en volgens herkenbare patronen opgebouwde woorden, woordgroepen, zinnen, uitspraken