Friese taal - Schriftelijk onderwijs - kerndoel 20 - Groep 5 en 6 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren informatie te verwerven uit teksten in het Fries in frequent voorkomende teksttypen (zoals artikelen in jeugdrubrieken, liedjes, verhalen).


Groep 5 en 6


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen realiseren zich dat er ook in het Fries verschillende soorten teksten zijn (verhalende, informatieve, instructieve en ook betogende).
  • Ze lezen zelfstandig allerlei soorten Friestalige teksten: verhalende, informatieve en instructieve teksten en ook betogende teksten, in boeken, lesmateriaal, tijdschriften (Switsj bijvoorbeeld), schoolkrant, kranten, op Friestalige internetsites.
  • Ze zijn zich ervan bewust dat je met verschillende doelen kunt lezen en vinden teksten die bij die doelen passen. Bijvoorbeeld:
    • ze zoeken informatie op in verschillende bronnen;
    • ze bedenken leervragen waar ze graag een antwoord op willen Vervolgens zoeken ze in het documentatiecentrum of in de schoolbibliotheek naar geschikte bronnen, waaronder ook cd-roms en dvd's. Ze gebruiken de computer om op efficiënte wijze boeken of andere materialen te zoeken;
    • ze zoeken systematisch informatie op internet via zoektermen.
  • Uit hun gedrag blijkt dat de kinderen (proberen te) begrijpen wat ze lezen:
    • ze bepalen het thema van de tekst, ze activeren hun voorkennis over dat thema en zetten die in tijdens het lezen (ze maken hierbij gebruik van eigen ervaringen, lay-out, titel, kopjes, illustraties);
    • ze activeren hun kennis over tekstsoorten en zetten die in tijdens het lezen;
    • ze herkennen signaalwoorden die kenmerkend zijn voor de genoemde structuren (zie Inhoud), activeren deze en zetten die in bij het lezen;
    • ze bouwen verwachtingen op over de tekst, controleren deze voorspellingen en stellen ze eventueel bij;
    • ze maken inferenties; ze leiden informatie af uit schema's en tabellen;
    • ze bepalen een leesdoel en gaan bij het lezen na of ze dat bereiken;
    • ze lezen op verschillende manieren, afhankelijk van hun leesdoel en voorkennis; ze lezen globaal, precies en selectief.
  • De kinderen gebruiken technieken en strategieën om informatie te verwerven:
    • zoekend lezen met behulp van het alfabet;
    • globale tekststructuur (en inhoudsopgaven) benutten om zoekend te lezen in teksten.