Bewegingsonderwijs - kerndoel 58 - Groep 1 en 2 - Wat doet de leraar


De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deel te nemen, afspraken te maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden in te schatten en daarmee bij activiteiten rekening te houden.


Groep 1 en 2


  • De leraar kiest de arrangementen en stelt ze (samen met de kinderen) op, bepaalt de regelingen en reflecteert op de activiteit, de regelingen en het bewegingsgedrag. Passend bij de mogelijkheden van de kinderen laat ze deze taken ook door de kinderen doen. In dit leerproces van de kinderen hoeft het niet altijd vlekkeloos te gaan.

Bij Arrangement:

  • De leraar laat zien waar materialen liggen en hoe materialen (samen met anderen) getild moeten worden.
  • Zij attendeert kinderen op het herstellen van het arrangement en herstelt zelf de grotere materialen.

Bij Regelingen:

  • De leraar verduidelijkt regels en afspraken en herhaalt ze geregeld.
  • Zij deelt groepen op verschillende manieren in.
  • Zij laat de kinderen op een eenvoudige en duidelijke manier zelf de functiewisselingen regelen.
  • Zij stimuleert de kinderen om een helpende hand te vragen.

Bij Reflecteren:

  • De leraar verduidelijkt aan de kinderen waarom een bewegingssituatie makkelijker of moeilijker is.
  • Zij stimuleert het kijken naar andere kinderen.