Heb je tips voor het maken van een vakwerkplan bewegingsonderwijs so/vso?

14 december 2022

Afgelopen maand kregen wij twee vragen binnen over bewegingsonderwijs, een vraag over het so en een vraag over het vso. Voor de doelgroepen in het (v)so kan het lastig zijn om bepaalde lessen te geven. Denk bijvoorbeeld aan stoeispelen binnen het (voormalig) cluster-4 onderwijs en aan balanceren bij dove en slechthorende leerlingen.

Wil je hier meer over weten? In dit overzicht staan publicaties en tips die je houvast en inspiratie kunnen bieden.

Vragen kun je ook neerleggen bij de vakvereniging, KVLO. Wellicht hebben ze tips voor bijvoorbeeld het maken van een vakwerkplan op de onderdelen waar je tegenaan loopt.

Aandachtspunten

Wil je extra informatie per cluster? Kijk dan in onderstaande tabel. Deze aandachtspunten kunnen handig zijn voor wat je de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften aanbiedt en hoe je het aanbiedt.

Aandachtspunten
Onderdeel Toelichting Voorbeeld
Bewegen,
cluster 1
Blinde leerlingen kunnen vaak niet meedoen aan balspelen. Zet hulpmaterialen in die voor contrast zorgen: felgekleurde hesjes, contrasterende ballen, felgekleurde tape voor het markeren van bijvoorbeeld toestellen en afzetpunten.
Gebruik materialen met geluid, zoals rinkelballen, bellenarmbanden, geluidsballen.
Gebruik materialen waarvan het formaat anders is dan normaal: grotere ballen (zorgt voor vertraging en meer duidelijkheid), rackets met een kortere steel (raken van de bal of shuttle wordt dan makkelijker). Of speel met een lichtere bal (zorgt voor vertraging en doet geen pijn als ze toch geraakt worden).
Laat klasgenoten zonder visuele beperking eens met een donkere bril op sporten, zodat ze kunnen ervaren hoe het is om een spel te spelen met een visuele beperking.
Samen sporten,
cluster 2
Het zal voor deze leerlingen moeilijk zijn om samen met anderen spelactiviteiten te doen, door problemen in de onderlinge communicatie. Maak spelactiviteiten overzichtelijk, zodat de leerlingen de posities van andere leerlingen snel kunnen zien. Denk bijvoorbeeld aan badminton.
Bewegen,
rolstoelgebonden,
cluster 3
Door bewegen leren leerlingen met een lichamelijke beperking hun lichaam beter kennen en daar vertrouwd mee te worden. Ook leren ze ontdekken wat ze wel en niet leuk vinden aan het bewegen. De aandacht voor de (on)mogelijkheden van het bewegen, vanwege de beperking, is daarbij belangrijk.

Voor leerlingen in een rolstoel is er veel mogelijk in de gymles, als je maar durft om aan te passen. Denk aan balanceren, rijden, klimmen en klauteren, zwaaien, mikken, werpen en vangen, tikspelen, afgooispelen, en zelfs stoeispelen. Zie: een rolstoel in je gymles.
Ook kunnen lopende leerlingen worden uitgenodigd om aan een gymles deel te nemen in een rolstoel.

Samen sporten,
cluster 3 & 4

Leerlingen met gedrags- of sociaal emotionele problemen hebben vaak moeite met sociale- en regelvaardigheden. Sporten in groepsverband is dan vaak lastig. Ze hebben vaak behoefte aan structuur en duidelijke regels in de gymlessen, en kunnen soms moeite hebben als een les een wat vrijer karakter heeft. Zorg, waar mogelijk, dat elke gymles begint met een vaste routine en duidelijke regels. Zo breng je de leerlingen voorspelbaarheid. Zie: een goede routine is het halve werk.

Vragen?

Heb je vragen of wil je even overleggen, dan mag je altijd mailen naar Stephanie (curriculumontwikkelaar gespecialiseerd onderwijs) s.kastelein@slo.nl of Corike (curriculumontwikkelaar bewegen en sport) c.vandemerwe@slo.nl