afstemming met andere vakken

27 juli 2023

In de onderbouw maakt het vak geschiedenis soms deel uit van het leergebied mens en maatschappij (M&M). Maar ook op scholen waar dat niet het geval is, is er soms, in enigerlei vorm, sprake van vakkenafstemming. Het is dan logisch om de lijn in de bovenbouw door te trekken.

Hoewel het feit dat de leerlingen examen doen in vakken en niet in het leergebied wel beperkingen oplegt, is er binnen de globale examenprogramma's, zeker in klas 3, wel ruimte om onderdelen op elkaar af te stemmen. Het betreft dan met name onderdelen uit het schoolexamen die bijvoorbeeld deels als vakmodules, deels als integratieve modules worden aangeboden.

Vanuit geschiedenis zijn zinvolle verbindingen te leggen met verwante vakken als aardrijkskunde, economie, maatschappijleer (zowel het examenvak als het verplichte vak), maar ook met een vak als Nederlands.

Uiteraard is het de bedoeling dat in een gezamenlijke module de verschillende perspectieven van de M&M-vakken tot hun recht komen. Het M&M-model van Ankoné en Wouda biedt de mogelijkheid om samenhang aan te brengen in een integratief thema.

Het ordeningsmodel van Ankoné en Wouda

Ankoné en Wouda hebben hun model ontwikkeld in het kader van een ontwerp voor een examenprogramma voor een leergebied M&M voor het vmbo. Zij gaan uit van de bestaansdimensies waarmee verschillende M&M-vakken zich bezighouden:

  • economische invalshoek: hoe gaan mensen om met schaarse middelen in hun streven naar welvaart?
  • sociaal-politieke invalshoek: hoe gaan mensen met elkaar om en organiseren zij het samenleven?
  • culturele invalshoek: hoe ervaren mensen hun bestaan en hoe geven ze er zin aan?
  • ecologische invalshoek: hoe functioneert de natuur als bestaansbasis voor de mens en hoe gaan mensen daarmee om?

De afzonderlijke schoolvakken nemen in hoofdzaak bepaalde dimensies voor hun rekening: het vak economie de economische dimensie, het vak geschiedenis de tijdsdimensie en het vak aardrijkskunde de ruimtelijke dimensie. Of een vak op de horizontale of op de verticale as van de matrix staat, geeft aan of de identiteit van het vak vooral bepaald wordt door de inhoud (het materiële object) of door de aanpak (het formele object). Bij economie is dat vooral de inhoud, terwijl geschiedenis en aardrijkskunde hun identiteit vooral ontlenen aan de aanpak. Niet alle snijpunten tussen de verschillende dimensies en niet alle perspectieven zijn in elk vak even sterk ontwikkeld: zo ontbreekt de ecologische dimensie bij geschiedenis vrijwel geheel, terwijl de culturele dimensie bij aardrijkskunde momenteel nog zwak ingevuld wordt.

Bij een uitwerking van thema's binnen een leergebied mens en maatschappij zouden zoveel mogelijk alle dimensies en de perspectieven tijd en ruimte moeten worden betrokken.

Voor de didactische uitwerking is een helder concept nodig van waaruit les- en leermateriaal kan worden ontworpen. De vertrekpunten dienen voor leerlingen steeds concreet, voorstelbaar en inleefbaar te zijn. Dit vraagt om het gebruik van beproefde didactische principes als: uitgaan van het nu, het nabije en de belevingswereld van de leerling. Vanuit dit proces van ervarend leren gaan leerlingen op zoek naar antwoorden op vragen die vanuit de verschillende dimensies en perspectieven te stellen zijn. Het persoonlijke kan dan worden verbreed naar een maatschappelijk niveau en het actuele en het eigene kan genuanceerd worden door het vraagstuk op een andere schaal te bezien en te vergelijken met elders en na te gaan hoe het zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld. Keuzemogelijkheden liggen er ten aanzien van morele dilemma's, bijvoorbeeld in het spanningsveld tussen dimensies en tussen individu en samenleving en op het terrein van gewenste ontwikkelingen voor de toekomst.

Vakkenintegratie en keuzeonderwerpen

Ook voor de bovenbouw van het vmbo is het mogelijk te komen tot een samenwerking van een aantal vakken. Bij de zes exameneenheden kunnen, afhankelijk van het onderwerp, vakken zoals aardrijkskunde, muziek, economie, tekenen, beeldende vorming en Nederlands aansluiten.

Voorbeelden

1 De Koude Oorlog

Propaganda en de Koude Oorlog

De Amerikaanse en Russische propagandamakers speelden tijdens de Koude Oorlog een belangrijke rol. Leerlingen krijgen de opdracht een aantal voorbeelden van Amerikaanse en Russische propaganda op te zoeken. De vijandbeelden zijn te vinden in posters, films, radio- en televisiebeelden, krantenartikelen, tijdschriften, boeken en spotprenten. Leerlingen analyseren de voorbeelden en leren op deze manier het verschil kennen tussen feiten en meningen.

In samenwerking met tekenen/beeldende vorming maken zij een affiche, tekening, spotprent waarin zij propaganda maken voor de Amerikaanse politiek tijdens de Koude Oorlog of de Russische visie op de Koude Oorlog. Dit alles onder het motto: 'Wij zijn goed, zij zijn slecht.'

Berlijn en de Koude Oorlog

De Luchtbrug van Berlijn, de bouw van de Muur: belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van deze Duitse stad. Nog steeds zijn in Berlijn 'overblijfselen' van de Koude Oorlog terug te vinden. Leerlingen krijgen de opdracht een reis naar Berlijn te organiseren. Dat wil zeggen:

  • de bus-/treinreis met kostenplaatje;
  • verblijf van enkele dagen in Berlijn;
  • programma in Berlijn waarin opgenomen: geschiedenis, kunst en cultuur.

In dit project kunnen de volgende vakken samenwerken: economie, Duits, geschiedenis, CKV/tekenen/beeldende vorming.

2 De Industriële samenleving van Nederland

Maak een portret van een vakbondsman

Wat is eigenlijk een vakbond? Wat doen vakbondsbestuurders? Voor de meeste leerlingen zijn dit abstracte begrippen. Dat kan concreet en helder gemaakt worden door het werk van de vakbond nader te bekijken. Een aantal leerlingen krijgt de opdracht een interview te houden met een bestuurder van een vakbond.

In dit project kunnen de volgende vakken samenwerken met geschiedenis: Nederlands en economie. In samenwerking met Nederlands wordt aandacht besteed aan het opstellen en uitwerken van een interview en daarna de uitwerking door middel van een presentatie. De vakken geschiedenis en economie zorgen voor de inhoud: achtergrondinformatie van een vakbond en inhoud van het interview.

De Nederlandse samenleving: waarden en normen

In Nederland wonen veel culturele minderheden. Wat weten de leerlingen eigenlijk over deze mensen? Hoe leven zij? Waarom zijn zij naar Nederland gekomen? Wat zijn hun normen en waarden?

In samenwerking met het vak maatschappijleer gaat een groep leerlingen op onderzoek uit. In de lessen maatschappijleer hebben de leerlingen kennisgemaakt met normen en waarden en zijn zij in staat hierover te discussiëren. Het debat speelt hierbij een belangrijke rol. Vanuit geschiedenis is aandacht besteed aan de achtergronden van de diverse culturele minderheden. Leerlingen maken een videoreportage of PowerPoint-presentatie waarin zij een groep voorstellen.

3 Nederland en Indonesië

Indonesië nu!

Leerlingen doen onderzoek naar het huidige Indonesië. Aandachtspunten:

  • Welke vorm van bestuur?
  • Wat zijn de kenmerken van de hedendaagse economie?
  • Indonesië en het milieuvraagstuk.

Voldoende aanknopingspunten voor een integratie van de vakken geschiedenis, economie en aardrijkskunde. Presentatie in de vorm van een artikel voor een krant (belangrijke rol voor het vak Nederlands) of een internetsite (oefenen van een ICT-vaardigheid).

Indorock en de jaren '50 en '60

De Indische Nederlanders die na de onafhankelijkheid van Indonesië naar Nederland kwamen, ontwikkelden in Nederland een eigen muziekstijl. Deze indorock was zeer populair en vormt voor vele beatbandjes uit de jaren '60 een belangrijke inspiratiebron. Leerlingen krijgen de opdracht onderzoek te doen naar deze roots van de indorock en plaatsen dit in de jaren '50 en de jaren '60. Samenwerking tussen de vakken geschiedenis en muziek.

4 Sociale zekerheid en de verzorgingsstaat

De economie groeit in Nederland, maar ook het aantal voedselbanken. Blijkbaar profiteert niet iedereen van de stijgende welvaart. Honderdduizenden Nederlanders leven, ondanks de Algemene Bijstandswet, in armoede. Een aantal leerlingen krijgt de opdracht te onderzoeken wat dit betekent. Wat betekent armoede in de praktijk? Aandachtspunten:

  • Wat is de Algemene Bijstandswet?
  • Wie komen hiervoor in aanmerking?
  • Wat zijn de gevolgen hiervan?

Bij deze opdracht kunnen opdrachten van geschiedenis en economie gecombineerd worden.

5 Staatsinrichting van Nederland

De EU en mijn gemeente

Veel Nederlandse steden ontvangen geld van de EU, bijvoorbeeld voor het opknappen van oude wijken. Verder moeten ze Europese wetten uitvoeren en hebben ze vaak een partnergemeente in een ander Europees land waarmee ze contacten onderhouden.

In groepjes onderzoeken de leerlingen welke rol de EU speelt op lokaal niveau. Kies hiervoor een aantal gemeentes uit (bijvoorbeeld de gemeentes waar de leerlingen zelf wonen). Maak onder meer gebruik van de internetsites van de gemeentes (type 'Europees' in op de zoekpagina van de site van de gemeente). Verwerk de gegevens in een PowerPoint-presentatie.

Bij deze opdracht werken geschiedenis en economie samen.

Toeristisch Europa

De klas werkt in groepjes. Een aantal groepjes maakt een reisfolder van Nederland: wat heeft Nederland te bieden voor toeristen uit andere landen? Wat is karakteristiek?

Een aantal groepjes gaat aan het werk met een ander land uit de EU. Ieder groepje heeft een ander land. Ieder groepje presenteert zijn land in een reisfolder of een tentoonstelling. Bij deze opdracht kunnen de vakken geschiedenis en aardrijkskunde samenwerken. Aandachtspunten:

  • Algemene gegevens van het land.
  • In welk deel van Europa ligt het land?
  • Welk klimaat heeft het land?
  • Welke geschiedenis heeft het land?
  • Welke taal en cultuur heeft het land?
  • Is het land welvarend?

6 Cultuur en mentaliteit na 1945

Popmuziek en jeugdcultuur

De popmuziek was in de jaren '60 een belangrijk onderdeel van de jeugdcultuur. Welke stromingen waren er, welke bands, welke artiesten? Wat waren de hits uit die tijd? Welke invloed hadden radio en tv?

Mode en jeugdcultuur

Ook de mode was voor de jeugd een middel om zich te onderscheiden van en zich af te zetten tegen de volwassenen. Leerlingen maken een collage of laten op een andere manier zien welke kleding 'in' was in de jaren '60. Een project voor geschiedenis, tekenen en/of beeldende vorming.