Algemene informatie

13 december 2019

In het kader van de vernieuwing van het onderwijs in de vijf bètavakken (natuur, leven en technologie, natuurkunde, scheikunde, biologie en wiskunde) heeft het ministerie van OCW in november 2006 aan de commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs cTWO de opdracht gegeven tot het ontwerpen en beproeven van vernieuwde wiskundeprogramma's voor havo en vwo.

In het eindrapport Denken & Doen van cTWO wordt het programma wiskunde A havo als volgt gekarakteriseerd:

  • De doelgroep van wiskunde A havo wordt gevormd door leerlingen die de profielen E&M en N&G volgen en leerlingen in het profiel C&M die wiskunde kiezen.
  • Wiskunde A havo bereidt voor op hbo-opleidingen in met name de sectoren economie, gezondheidszorg en landbouw & natuurlijke omgeving, enerzijds door onderwerpen die van toepassing zijn bij de vervolgopleiding (bijvoorbeeld formules en statistiek en de bijbehorende algebraïsche vaardigheden en rekenvaardigheden), anderzijds door aandacht te besteden aan redeneren, argumenteren en kritische reflectie.
  • Daarnaast heeft dit vak een algemeen vormende waarde doordat het leerlingen voorbereidt op de (informatie)maatschappij en hen leert in verschillende situaties wiskundige aspecten te herkennen, te interpreteren en te gebruiken.
  • Met het oog op zowel de redzaamheid in het dagelijks leven als in mogelijke vervolgopleidingen is het verwerven en onderhouden van rekenvaardigheid van groot belang. In dit licht is een subdomein Rekenen in het programma opgenomen.
  • Wiskunde A besteedt veel aandacht aan toepassingen. Voor deze groep leerlingen is het relevant dat zij inzicht hebben in het belang van de wiskunde in de maatschappij en dat zij de mogelijkheden van wiskundige toepassingen op hun waarde kunnen schatten. De wiskundige concepten worden opgebouwd vanuit concrete toepassingen. De nadruk ligt zowel op het zelfstandig toepassen en oefenen van wiskundige technieken als op het volgen van wiskundige redeneringen.
  • Het onderwerp statistiek (domein E) wordt op een meer realistische en probleemgeoriënteerde manier benaderd dan voorheen. Uitgangspunt daarbij is de empirische cyclus van data verzamelen, data analyseren en conclusies trekken. ICT wordt gebruikt om grote datasets te analyseren.

In de syllabus bij het examenprogramma wiskunde A havo wordt dit nader toegelicht:

  • Inhoudelijk ligt de nadruk op het analyseren van verbanden tussen grootheden in een toegepaste probleemsituatie en op statistiek.
  • Het programma besteedt vooral aandacht aan het toepassen van wiskundige vaardigheden in authentieke situaties passend bij de profielen E&M en N&G, of aan het 'dagelijks leven', namelijk modelleren en algebraïseren, ordenen en structureren, analytisch denken en probleemoplossen, formules manipuleren, abstraheren, en logisch redeneren, alsmede voor het functioneel gebruiken van ICT daarbij. Hiermee wordt de kern van de vernieuwing weergegeven.

Deze handreiking besteedt niet alleen aandacht aan de (sub)domeinen die tot het schoolexamen behoren, maar ook aan vernieuwingen die ten grondslag liggen aan het nieuwe programma.