Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
SLO heeft samen met onderwijsveld conceptkerndoelen Nederlands en rekenen en wiskunde ontwikkeld. Op 28 september nam demissionair minister Mariëlle Paul de conceptkerndoelen in ontvangst.
NVvW en Platform Rekenbewust vakonderwijs organiseren op 15 juni 2023, samen met KNAG, Vecon en NVON, een conferentie over de basisvaardigheden rekenen-wiskunde in alle vakken.
SLO'er Suzanne Sjoers verzorgd hier om 15:10 uur de presentatie 'Basisvaardigheden, wat zijn het eigenlijk?'
Bij rekenen-wiskunde gaat het om basisvaardigheden die bijdragen aan de gecijferdheid van leerlingen.
Om scholen te ondersteunen bij het versterken van de basisvaardigheden rekenen-wiskunde publiceert SLO een factsheet, stappenplan en adviezen.
Werken vanuit hoge verwachtingen bij rekenen en wiskunde
SLO geeft je in zes uitgaves handvatten om de aanbevelingen uit de leidraad van de NRO toe te passen op je reken- en wiskundeonderwijs. Zo zorg je voor uitdagende reken- en wiskundelessen voor elke leerling. De eerste twee uitgaves zijn nu gepubliceerd.
Schattend tellen en rekenen doen mensen binnen hun werk of thuis om verschillende redenen:
- Om te weten hoeveel ongeveer goed genoeg is om een beslissing te kunnen nemen. Bijvoorbeeld: een aannemer hoeft niet te weten hoeveel stenen er precies nodig zijn, maar hoeveel pallets stenen besteld moeten (tenzij de stenen erg duur zijn);
- Als opstapje naar een precieze berekening (handig rekenen door te werken met compensaties). Bijvoorbeeld: 5 x € 2,95 is ongeveer 5 x € 3,00 = € 15,00. (maar in werkelijkheid 5 x € 0,05 minder);
- Om een berekening te controleren: Het gaat dan om het bepalen van de orde van grootte: bij grote getallen (cijferend of op de rekenmachine), of om de komma te kunnen plaatsen bij een berekening met kommagetallen; in zulke gevallen volstaat een grove schatting (met de hele getallen);
- Bij gebrek aan precieze gegevens of als een grote nauwkeurigheid niet noodzakelijk is. Bijvoorbeeld: het bepalen van de hoogte van een boom of een flatgebouw, de lengte van een file of de afstand naar je vakantiebestemming.
In dagelijkse betaalsituaties kun je meestal volstaan met schattingen.
Bijvoorbeeld: Ik heb 3 pakken koffie van € 3,78, 1 doos wasmiddel van € 7,98 en 4 pakken lucifers van € 1,18 in mijn mandje liggen. Heb ik aan € 10,- genoeg om te betalen? Het gebruik van pinnen maakt deze toepassing echter steeds minder noodzakelijk. Daardoor verschuift het schatten naar het begroten van uitgaven in relatie tot inkomsten, zodat (te veel) rood staan wordt voorkomen.
Als je moet controleren of een berekening met de rekenmachine klopt, hoef je bijna nooit precies te rekenen:
- 1250 + 16, moet iets meer dan 1250 zijn;
- 4516 + 375, moet iets minder dan 4900 zijn;
- 391,36 - 16,752 zal ongeveer 375 zijn.