Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Dit boek biedt (aanstaande) docenten Nederlands een handreiking voor de vormgeving van hun onderwijs.
Hoe leren kinderen in het basisonderwijs teksten schrijven? Hoe goed moeten ze daarin worden? En hoe kunnen leerkrachten hen daarbij ondersteunen?
Dit handboek voor begrijpend lezen in het basisonderwijs vertaalt inzichten uit wetenschappelijk onderzoek naar de dagelijkse lespraktijk.
In Portaal komen alle aspecten van het taalonderwijs in het basisonderwijs aan de orde.
Dit model helpt je onderscheiden, hoe op verschillende niveaus aan curriculumontwikkeling wordt gedaan. Een curriculum is kortweg ‘een plan voor het leren van leerlingen’. Op verschillende niveaus wordt nagedacht over zulke plannen.
De curriculumwaaier is een tool met 11 begrippen die je kunnen helpen nauwkeuriger te bepalen wat een curriculum is, hoe je een curriculum ontwikkelt en wie er betrokken zijn bij curriculumontwikkeling. Elk begrip wordt kort omschreven en met een werkvorm toegelicht.
De kern en de negen draden van het spinnenweb verwijzen naar tien onderdelen van het curriculum die nodig zijn bij het (plannen van) leren door leerlingen. De curriculumniveaus (macro, meso en micro) verwijzen naar verschillende systeemniveaus waarop afspraken kunnen worden vastgelegd over het curriculum.
Een goed curriculum voldoet aan vier kwaliteitscriteria. Deze kwaliteitscriteria bouwen op elkaar voort. De effectiviteit hangt af van de bruikbaarheid (kan het worden uitgevoerd zoals bedoeld?) en van de relevantie en consistentie van het curriculum.
Evaluatie heeft een centrale plek in het ontwikkelproces. Evalueren doe je om de kwaliteit van het curriculum-in-wording te achterhalen en (via een volgende cyclus) te vergroten. Er zijn vijf evaluatiemethoden tijdens een curriculumontwikkeling.
Via deze werkwijze bepaal je de sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen van het huidige onderwijs. Hiermee leg je de basis voor eventuele vervolgstappen in het ontwikkelen of verbeteren van een les(senreeks). SWOT staat voor de Engelse woorden strenghts, weaknesses, opportunities en threats.