Meertaligheid | 30 maart 2021

9 maart 2022

Op donderdag 30 maart 2021 vond de tweede van de twee netwerkdagen over '; Meertaligheid in het basisonderwijs' plaats. Zo'n 110 mensen volgden de middag live. Karlijn de Jong, stagiaire bij SLO, nam deel aan deze middag en doet verslag van de bijdragen.

De tweede netwerkmiddag startte met de lezing van Marinella Orioni. In haar onderzoeken houdt zij zich bezig met kinderen die meertalig opgroeien en dus ook dagelijks meerdere talen gebruiken. Ze maakt hierin onderscheid tussen verschillende groepen meertalige kinderen: kinderen die met de verschillende talen tegelijk (simultaan) opgroeien en kinderen die op jonge maar latere leeftijd (successief) een andere taal leren.
Meertalige kinderen hebben ook een multiculturele identiteit: ze groeien immers op met twee of meer culturen en passen zich aan aan bijbehorende gebruiken en lichaamsbewegingen. Orioni neemt hierbij haar eigen meertalige kinderen als voorbeeld: soms ziet ze aan hun gezichtsuitdrukking in welke taal ze gaan spreken, nog voordat ze iets zeggen.
Deze multiculturele identiteit kan voor kinderen ook moeilijk zijn. Culturele codes kunnen haaks op elkaar staan, of de (culturele) omgeving van het kind kan de andere cultuur afstoten. Het is daarom, zo stelt Orioni, belangrijk om de hele cultuur en dus alle talen van een kind te omarmen.
Voor zowel simultaan als successief meertalige kinderen is de thuistaal van belang. Als er problemen zijn in de schooltaal, verhelpt het wegnemen van de thuistaal dat niet. Sterker nog, zo geeft Orioni aan, het wegnemen van de thuistaal kan de problemen alleen maar erger maken omdat de thuistaal immers het fundament is. Het is daarom belangrijk dat beide talen zich optimaal ontwikkelen voor een optimaal resultaat.

Na deze lezing konden de deelnemers opnieuw één van de drie keuzesessies bijwonen. De keuze was deze keer tussen ‘Alle talen in de klas: omgaan met meertaligheid/ meertalige taalronde’ met Karijn Helsloot en Klarinske de Roos en ‘Overgang nieuwkomers naar de reguliere groep’ met Frits Los en Eveline Oskam. Zelf nam ik deel aan de sessie ‘Iedereen kan meedoen met de Natuur- en Techniekles. De inzet van moedertalen in inclusief, taalgericht vakonderwijs’ met Suzanne van Norden en Jantien Smit.
Deze sessie ging van start met de vraag of één van de deelnemers in het Duits kon vertellen hoe een plant kan groeien. Een moedige deelnemer ging in op de uitnodiging en ondervond hoe het is om zowel na te denken over de taal, het Duits, maar ook over de kennis: hoe groeit een plant nou eigenlijk? Deze activiteit illustreerde hoe een niet-Nederlandstalige nieuwkomer een soortgelijke schoolopdracht ervaart. Deze deelnemer, en dus ook de leerling, had baat kunnen hebben bij taalsteun en visueel materiaal gekoppeld aan woorden en zinnen.
Het gebruik van de thuistaal tijdens de vaklessen kan ook als strategie toegepast worden. Ter illustratie werd een filmpje getoond waarin een groepje Turkssprekende kinderen expliciet toestemming krijgt om in het Turks dezelfde opdracht over plantgroei uit te voeren. De leerlingen gaan in op dit aanbod en noteren hun antwoorden in het Turks. Vervolgens vraagt de leerkracht aan de kinderen om hun bevindingen aan haar kenbaar te maken in het Nederlands. Op deze manier hebben de kinderen hun thuistaal in kunnen zetten om hun kennis over het onderwerp op te halen, en daarna pas de omslag naar het Nederlands te maken.
Dit meertalige model maakt het mogelijk om de aanwezige inhoudelijke kennis over het onderwerp te valoriseren: als een leerling de kennis niet onder woorden kan brengen in de tweede taal, betekent immers niet automatisch dat die kennis er niet is. Hoe je meertaligheid op een positieve manier kan inzetten in het onderwijs, is terug te vinden in de slides van deze sessie.

Ook deze tweede middag wordt feestelijk afgesloten door Aleid van Meertaligheid, die met veel enthousiasme de verloting van interessante boeken én paaseitjes leidt. Zo wordt een wederom inspirerende middag vrolijk afgesloten!