Engels in het po (2) | 3 juni 2021

29 juni 2021

Özgen Bagci: “Promoting Speaking Skills at Primary School - But How?”.

Engels in het basisonderwijs | donderdag 3 juni

Özgen Bagci Cervo was lerares Engels maar werkt nu al een aantal jaren als internationaal onderwijsconsulen en als lerarenopleider bij Goal Testing, het European Network Office for ETS in Nederland en Zwitserland. Bagci helpt scholen met het ontwikkelen van hun programma voor het Engels en met het begrijpen van hun data. Op die manier kunnen scholen in de gaten kunnen houden of/dat hun leerlingen vooruitgangboeken en hun Engelse taalvaardigheid verbeteren.

De eerste vraag die aan bod komt, is wat voor communicatieve vaardigheden kinderen zouden moeten hebben aan het einde van de basisschool. Hoewel niet alle scholen op dezelfde leeftijd starten met het aanbieden van Engels en er verschillen zijn in de curricula, wijst een steekproefonderzoek uit dat scholen vergelijkbare communicatiedoelen hebben. Het hoofddoel hierbij is om mondeling te kunnen communiceren in routinematige, sociale situaties die betrekking hebben op het dagelijkse leven van leerlingen: bijvoorbeeld het uitdrukken van emoties en gevoelens, het omschrijven van mensen, objecten, plaatsen en activiteiten, en het geven van korte instructies en aanwijzingen. Hoe kunnen we onze leerlingen helpen om deze vaardigheden te ontwikkelen? Bagci illustreert aan de hand van een paar mooie voorbeelden voorbeelden wat activiteiten die je hiervoor kunt gebruiken.

De eerste activiteit is genaamd Hot Seat. Een leerling neemt plaats op een stoel voor in de klas, zodat hij/zij de klas aankijkt maar niet het bord achter hem/haar kan zien. De docent schrijft een woord of toont een afbeelding op het bord. Vervolgens moeten de leerlingen in de klas het woord of de afbeelding in het Engels omschrijven aan de leerling op de stoel, de hot seat. Raadt deze leerling het doelwoord? Dan mag een nieuwe leerling plaatsnemen op de stoel om een nieuw woord te raden. Bagci stelt dat deze oefening weinig voorbereiding vergt: een lijst met woorden is voldoende.

Een tweede activiteit is meer een strategie dan een activiteit, aldus Bagci. In dit Picture Word Inductive Model toont de docent een afbeelding waar veel op te zien is. Hierop bestuderen de leerlingen de afbeelding en noteren ze wat ze zien in het Engels, of in het Nederlands wanneer de leerling het Engelse woord niet kent. Daarna bespreek je als docent deze woorden met de leerlingen en vraag je de leerlingen om de woorden aan verschillende categorieën toe te kennen. Deze categorieën kan je als docent vooraf bepalen maar je kan je leerlingen hier ook vrij in laten. Vervolgens zijn er een aantal opties om deze activiteit mee uit te breiden. Je kan bijvoorbeeld een plaatjeswoordenboek maken of zinnen maken aan de hand van de woorden, maar ook de leerlingen vragen laten formuleren aan de hand van de afbeelding of laten nadenken wat de mensen in de afbeelding tegen elkaar zouden zeggen.

Als derde noemt Bagci de activiteit Silly Pictures. Hierbij heb je een ‘gekke’ afbeelding, bijvoorbeeld een bus met appels als wielen, zitplaatsen op het dak en een giraffe als chauffeur. De ene leerling kan dit plaatje vervolgens in het Engels omschrijven aan een andere leerling, die het dan vervolgens bijvoorbeeld probeert te tekenen.

In het evalueren van leerlingen ligt de focus vaak op grammaticafouten. Hoewel het goed is om kinderen daar wel op te wijzen, is het vooral van belang om leerlingen te stimuleren om (meer) Engels te spreken. Uitingen hoeven, zo zegt Bagci, niet perfect te zijn. Maar hoe beoordeel je de leerlingen dan? Ten eerste, taalgebruik: komt de boodschap over? Maken de fouten het lastig om de betekenis van de uiting te begrijpen? Ten tweede, inhoud: geeft de leerling antwoord op de vraag? Is de inhoud van de uiting geschikt? Ten derde, levering: hoe vloeiend, begrijpelijk en duidelijk spreekt de leerling? Hoeveel moeite moet de luisteraar doen om de leerling te begrijpen?

Tot slot de vraag: wat te doen met leerlingen die geen Engels willen of kunnen spreken? Hierop antwoordt Bagci dat het leerlingen motiveert wanneer ze zien dat jij zelf ook je best doet. Probeer leerlingen te stimuleren: sommigen hebben even de tijd nodig, maar probeer ze elke dag te motiveren.