Referentiekader taal

25 juli 2023

Het Referentiekader taal beschrijft voor vier taaldomeinen wat leerlingen zouden moeten kennen en kunnen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan:

  1. Mondelinge taalvaardigheid: gesprekken, luisteren en spreken;
  2. Lezen: zakelijke teksten en fictie teksten;
  3. Schrijven;
  4. Begrippenlijst en taalverzorging.

Welke niveaus zijn in het Referentiekader Taal beschreven?

Het referentiekader bestaat uit fundamentele niveaus en streefniveaus. Het fundamentele niveau (1F) is de basis die zo veel mogelijk leerlingen moeten beheersen. Het streefniveau (1S) heeft iedereen nodig om te kunnen participeren in de maatschappij.

Voor leerlingen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en mbo gelden de volgende eindniveaus:

  • (speciaal) basisonderwijs en speciaal onderwijs: taal 1F en 2F en rekenen 1F en 1S
  • vmbo: taal 2F en rekenen 2F
  • havo: taal 3F en rekenen 3F
  • vwo: taal 4F en rekenen 3F
  • praktijkonderwijs: taal 1F en rekenen 1F
  • mbo niveau 1/Entree-opleiding*, mbo niveau 2 en niveau 3: taal 2F (m.u.v. het onderdeel Fictionele, narratieve en literaire teksten) en rekenen 2F
  • mbo niveau 4: taal 3F (m.u.v. het onderdeel Fictionele, narratieve en literaire teksten) en rekenen 3F.

* Het is de Entreeopleidingen ook toegestaan om onder niveau 2F te examineren.

Eind groep 8 zouden 75% van de leerlingen voor alle vier de domeinen minimaal niveau 1F moeten beheersen en zoveel mogelijk niveau 2F/1S.

Waar vind je het Referentiekader Taal?

Referentiekader taal en rekenen (pdf, 723 kB).

Hoe werk je met het Referentiekader Taal?

SLO heeft verschillende producten ontwikkeld om je te helpen met het gebruiken van het Referentiekader Taal.

Achtergronden bij het Referentiekader Taal

Hier vind je verschillende rapporten die de Expertgroep Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen hebben opgeleverd: