Meer lezen

15 december 2022

Het verhaal achter de vakinzichtkaart

"Toen mijn collega vroeg of ik na wilde denken over een vakinzichtkaart biologie, reageerde ik enthousiast. Biologie wordt ervaren als een enorm leervak met veel concepten. Wat als we een kaart maken waarmee je als docent ook bezig kunt zijn met de grote ideeën van het vak. Ik hoop dat we met deze kaart docenten inspireren om hiermee aan de slag te gaan. We horen graag hoe het bevalt."

Aafke Oldenbeuving, curriculumexpert biologie

Leestips

Kerst Boersma schrijft in deze publicatie over hoe je de didactiek van het systeemdenken in je lespraktijk kunt vormgeven.

In hoofdstuk 18 van  Wat is echt de moeite waard om te onderwijzen, lees je meer over hoe je het schoolvak biologie vanuit verschillende perspectieven kunt benaderen.

Ernst Mayr beschrijft in zijn boek This is biology de wat, waarom en waartoe vragen.

Wil je meer lezen over hoogbegaafdheid?

Uit deze bron geven we je alvast vijf van de 20 principes.

American Psychological Association, Center for Psychology in Schools and Education. (2017). Top 20 principles from psychology for preK–12 creative, talented, and gifted students’ teaching and learning.

  1. Laat leerlingen contexten vergelijken en overeenkomsten en verschillen tussen contexten vinden, waarbij ze contextuele overeenkomsten beschrijven die hen helpen ontdekken wanneer en hoe ze hun kennis kunnen gebruiken.
  2. Organiseer het leren rond complexe onderliggende concepten, principes en strategieën voor zelfregulerend leren binnen en tussen domeinen, zodat het geleerde eenvoudiger opgeroepen en toegepast kan worden in verschillende omstandigheden. Bevorder het leren door te begrijpen in plaats van te focussen op oppervlakkige informatie in een leersituatie of door specifieke details te onthouden. Net als experts moeten begaafde leerlingen feiten organiseren omtrent algemene principes. Bijvoorbeeld: terwijl natuurkundigen probleemoplossing benaderen door middel van belangrijke principes of wetten die op het probleem van toepassing zijn, concentreren beginners zich op de vergelijkingen en voegen ze cijfers in deze formules in.
  3. Breng transfer en generalisatie tot stand; eerst door leerlingen te begeleiden en te sturen, geleidelijk de rol als leraar af te bouwen en leerlingen aan te moedigen om verantwoordelijkheid te nemen voor dit gedrag totdat het wordt geïnternaliseerd en geautomatiseerd. Voorbeelden hiervan zijn: leerlingen aanmoedigen om overeenkomsten te delen die ze in verschillende contexten opmerken en bespreken hoe ze hun leerproces kunnen beïnvloeden. Transfer en generalisatie van kennis voordoen als rolmodel. Leraren kunnen hardop denken, hun ideeën uiten en de soorten zelfreflectie en denken laten zien die betrokken zijn bij overdrachtsexpertise.
  4. Los samen uitdagende, complexe, praktijkproblemen op. Ontwerp in de loop van de tijd een reeks leeractiviteiten die begaafde leerlingen de mogelijkheid bieden om hun leren toe te passen en de relevantie ervan te zien. De kans dat het geleerde buiten de school wordt toegepast, neemt toe met de authenticiteit van de problemen. Minder ervaren klasgenoten profiteren ook van deze ervaringen, maar hebben meer tijd en ondersteuning nodig. Leraren kunnen het volgende doen: Activeer voorkennis in discussies waarin leerlingen relevante informatie en vaardigheden identificeren die ze al hebben geleerd en verbanden zoeken met de taak.
  5. Beoordeel de manier waarop transfer wordt gerealiseerd. Vraag begaafde leerlingen om de flexibiliteit van hun kennis in verschillende contexten (vakken, taken, interacties en settings) aan te tonen. Van begaafde leerlingen kan worden verwacht dat ze meer abstracte en verfijnde verbindingen en toepassingen vinden, dan hun klasgenoten. Geef feedback die hen in staat stelt om de diepte, het aanpassingsvermogen en de flexibiliteit van hun leren in de toekomst te verbeteren.

Met dank aan

  • Dr. Nienke Wieringa - lerarenopleider
  • Dr. Dirk Jan Boerwinkel
  • Deelnemers NIBI workshop 2022
  • Deelnemers SLO expertmeeting 2022