Oriëntatie op jezelf en de wereld - Ruimte - kerndoel 50 - Groep 7 en 8 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.


Groep 7 en 8


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen geven uit een topolijst van 200 namen in Europa en de wereld (gebruikt door SLO, Cito en inspectie) iedere week vijf namen aan op een wereldkaart op het prikbord.
  • Ze prikken bij iedere naam informatie in de vorm van illustraties en tekst.
  • Ze zoeken dat eerst op, meestal via internet.
  • Ze identificeren iedere week tevens vier plaatsen die in het nieuws waren, twee in Europa en twee buiten Europa.
  • Ze geven ook die plaatsen weer op de kaart op het prikbord en benoemen tevens het land waar het nieuws zich afspeelt.
  • Ze geven tevens aan, door middel van een knipsel, foto of eigen tekst, waarom die plaats in het nieuws was.
  • Ze herhalen iedere week namen uit de weken daarvoor.

Toelichting: Mental map

De kaart die mensen in hun hoofd hebben van hun eigen omgeving, van Nederland, Europa en de wereld. Bijvoorbeeld de mental map van Nederland: uit je hoofd een beschrijving kunnen geven van:

  • waar de provincies liggen;
  • welke belangrijke steden je (successievelijk) passeert als je met de trein van Groningen naar den Haag rijdt;
  • welke provincies grenzen aan Duitsland en aan België;
  • waar de meeste droogmakerijen voorkomen;
  • waar je de meeste kans hebt op gebieden met reliëf;
  • welke borden je moet volgen als je vanuit Utrecht met de auto naar Meppel moet;
  • enzovoort.