Oriëntatie op jezelf en de wereld - Ruimte - kerndoel 47
De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
grondsoorten en landschappen Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
grondsoorten Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
Het materiaal waaruit de bodem bestaat: zand, klei, leem, löss, veen, grind, hard gesteente (van verschillende samenstelling).
- elementen van het begrip grond:
- materiaal (gesteente, grind, zand, klei, plantendelen)
- kleur
- leven (diertjes en platen)
- doorlaatbaarheid
als groep 1/2
als groep 3/4 +
- het begrip grondsoort
- het ontstaan van afzetting door:
- zee
- rivieren
- (land-)ijs
- wind
- veenvorming/verlanding
- belangrijkste grondsoorten in Nederland:
- zeeklei (zee)
- rivierklei (rivieren)
- keileem (ijs)
- zand/löss (wind)
- veen (verlanding)
- grondsoortenkaart van Nederland
als groep 5/6
landschappen Van toepassing voor: groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
Alles om ons heen is landschap. Een veel gehanteerde tweedeling is:
Natuurlandschap: een landschap dat (vooral) gevormd is door processen in de natuur, bijvoorbeeld een rivierenlandschap, een hooggebergtelandschap. Het enige (nog echte, zegt men) natuurlandschap in Nederland is het waddenlandschap.
Cultuurlandschap: een landschap dat gevormd is door ingrijpen van de mens, bijvoorbeeld een stads/dorpslandschap, een droogmakerij/IJsselmeerpolder, ingedijkt land, enzovoort.
Eigenlijk is er in Nederland altijd sprake van een combinatie van beiden, bijvoorbeeld een es- en brinkdorplandschap op een stuwwallenlandschap of een polder (landschap) op een veen- of zeekleilandschap.
- elementen van het begrip landschap:
- reliëf
- hoog/laag
- begroeiing (flora)
- dieren (fauna)
- gebruik door mensen
als groep 3/4
als groep 5/6 +
- het begrip landschap
- landschappen in Nederland
- koppeling van landschappen aan grondsoorten:
- Waddenzee (zeekleilandschap in ontwikkeling)
- zeekleipolders (zeeklei)
- rivierenlandschap (rivierklei)
- stuwwallen (keileem)
- dekzand- en lösslandschap (zand, löss)
- veenpolders en veenkoloniën (veen)
- landschappenkaart van Nederland
wonen Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
- inrichting van het eigen huis:
- verschillende ruimtes en hun functie
- voorzieningen (keuken, badkamer, wc.)
- vorm en bouwmaterialen
- verschillen met vroeger
- inrichting van de eigen straat:
- soorten huizen
- groenvoorzieningen
- andere straten (woonerf, hofje)
- voorzieningen ten behoeve van verlichting, televisie, riolering, parkeren, voetgangers, spelen
- inrichting van de wijk:
- voorzieningen (winkels, brievenbussen, geldautomaat, kapper, (tand)arts, school)
- straatnamen
- wijkplattegrond
- (bijzondere) gebouwen
- verkeer
- verschillen tussen wijken
- bereikbaarheid
- voorzieningen
- bebouwing (laag-/hoogbouw)
- groen
werken Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
- werk in de straat:
- postbode
- krantenbezorger
- vuilnisophaler
- ramenwasser
- plantsoenendienst
- werk in de wijk:
- winkels
- openbaar vervoer
- bedrijf(-jes)
- werk in het 'buitengebied':
- akkerbouw
- veeteelt
- kantoren
- fabrieken
- recreatie
- werken in:
- mijnbouw
- industrie
- diensten
- commercieel
- niet-commercieel
bestuur Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
- verlichting in de straat
- de bus in de wijk
- onze gemeente:
- naam
- aantal inwoners
- omvang (grens)
- voorzieningen (politie, brandweer, vuilstort, vermaak (cafés, restaurants, bioscoop, schouwburg, musea, concertgebouw, etc.)
- buurgemeentes
- (gemeente)bestuur:
- burgemeester, wethouders en gemeenteraad
- partnergemeente(s) (in binnen- en buitenland)
verkeer Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
- soorten verkeer:
- te voet
- fiets
- auto
- vrachtwagen
- bus
- tram
- verkeersvoorzieningen:
- trottoirs, zebra's
- fietspaden
- wegen
- stoplichten
- rotondes
- snelwegen
- met de auto of de trein?
- kosten
- tijd
- vervuiling
- gemak
- bereikbaarheid
- absolute en relatieve afstand
- hoe is in mijn omgeving de aansluiting op het weg-, bus- of treinnet?
- waar kies ik voor, waarom?
- van wat voor voorzieningen maak ik daarbij gebruik? (bijvoorbeeld: (bus)station, benzinestation, wachtkamer, restauratie)
recreatie Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
- wandelen:
- wandelroutes
- wandelpaden
- bewegwijzering
- fietsen:
- fietsroutes
- fietspaden
- bewegwijzering
- de natuur in:
- Natuurmonumenten
- (Staats)bosbeheer
- natuur-leerpaden
- wild-observatievoorzieningen
- stiltezones
- routekaart
- dagrecreatie (water, strand, duin, bos, heide)
- voorzieningen:
- picknickplaatsen
- afvalbakken
- toiletvoorziening
- horeca
- parkeerplaatsen
hoe is welvaart zichtbaar? Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
- in de straat:
- onderhoud van huizen, tuinen, bestrating
- in de wijk:
- onderhoud van wijkvoorzieningen zoals winkels, plantsoenen en andere groenvoorzieningen, verlichting, e.d.
- aanwezigheid van voorzieningen zoals straatmeubilair, bushokjes, bepaalde winkels, HUP's (hondenuitlaatplaatsen) e.d.
- in de stad:
- onderhoud van gebouwen
- aanwezigheid van culturele voorzieningen (museum, volksuniversiteit, een (mooie) muziekzaal, e.d.)
- in Nederland:
- wijze van vervoer
- mate van en soort bestrating van wegen
- onderhoud van huizen en gebouwen
- aanleg (en onderhoud) van openbaar groen
- aanbod van producten in winkels en op markten
cultuur Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
- huizen in de straat:
- typering naar vorm, grootte, aantal ramen, blinde muren, bouwmateriaal, kleur, versiering en ornamenten (bijv. van voordeur en ramen)
- gebouwen in de wijk:
- typering (de uitstraling) van winkels, naar vorm, grootte, etalage, gebruik van kleuren, naamgeving (en belettering), versiering en ornamenten, bouwmaterialen
- bijzondere gebouwen in de stad
- kunstwerken
- pleinen en hun gebruik
- soorten gebouwen
- architectuur
- bouwstijlen
- materiaal en kleurgebruik
- gebruik van versieringen, ornamenten
- ouderdom/historische periode
levensbeschouwing Van toepassing voor: groep 7 en 8;
- gebedshuizen (kerk, moskee, synagoge)
- crucifix (op straat of plein)
- zichtbare gevolgen van ontkerkelijking (bijv. een kerk die wordt afgebroken of een heel andere bestemming krijgt)
Toelichting: Landschap
Alles om ons heen is landschap. Een veel gehanteerde tweedeling is:
Natuurlandschap:
een landschap dat (vooral) gevormd is door processen in de natuur, bijvoorbeeld een rivierenlandschap, een hooggebergtelandschap. Het enige (nog echte, zegt men), natuurlandschap in Nederland is het waddenlandschap.
Cultuurlandschap:
een landschap dat gevormd is door ingrijpen van de mens, bijvoorbeeld een stads-/dorpslandschap, een droogmakerij/IJsselmeerpolder, ingedijkt land, enzovoort.
Eigenlijk is er in Nederland altijd sprake van een combinatie van beiden, bijvoorbeeld een es- en brinkdorplandschap op een stuwwallenlandschap of een polder (landschap) op een veen- of zeekleilandschap.
Toelichting: Grondsoort
Het materiaal waaruit de bodem bestaat: zand, klei, leem, löss, veen, grind, hard gesteente (van verschillende samenstelling).