Oriëntatie op jezelf en de wereld - Natuur en techniek - kerndoel 46 - Groep 7 en 8 - Doorkijkje


De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon de seizoenen en dag en nacht veroorzaakt.


Groep 7 en 8


Doorkijkje

De maan

Vraag de kinderen om de komende twee maanden de maan te tekenen. Verzamel na één maand de tekeningen. Stel vast dat de maan verschillende verschijningsvormen heeft. Praat met de kinderen over deze reeks: wat zie je als je deze serie bekijkt? Introduceer desgewenst namen en begrippen: nieuwe maan, wassende maan, eerste kwartier, volle maan, afnemende maan en laatste kwartier. Laat de kinderen ontdekken, nadat ze gedurende minstens twee maanden waarnemingen hebben gedaan, dat de verschijningsvormen van de maan maandelijks in dezelfde volgorde terugkeren. Hoeveel dagen liggen er ongeveer tussen nieuwe maan en eerste kwartier, eerste kwartier en volle maan, etc.? Hoe noemen we deze periode? Hoeveel dagen liggen er ongeveer tussen twee nieuwe manen. Hoe noemen we die periode? Het zijn 29 dagen, iets minder dan een maand.

De aarde draait in 365,25 dagen om de zon. De Romeinen hebben de 365 dagen van het jaar verdeeld in 12 maanden. De maanden duren, behalve februari, iets langer dan de maancyclus, namelijk 30 en 31 dagen. Zo houden we elk jaar 0,25 dag over. Gregorius heeft ingevoerd dat er eens in de vier jaar bij de maand februari een extra dag wordt bijgeteld. Dat is het schrikkeljaar en 29 februari is de schrikkeldag.