Nederlands - Schriftelijk onderwijs - kerndoel 9 - Groep 3 en 4 - Wat doen de kinderen


De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.


Groep 3 en 4


Wat doen de kinderen?

  • Lezen:
    • de kinderen lezen dagelijks met plezier eigen gekozen teksten en boeken;
    • ze herkennen verschillende genres.
  • Voorlezen:
    • de kinderen lezen voor aan klasgenoten;
    • ze luisteren naar voorgelezen verhalen, gedichten, en andere teksten;
    • ze lezen zelfgeschreven teksten voor (als ze dat willen).
  • Activiteiten rond boeken, verhalen, poëzie:
    • de kinderen praten met groepsgenoten over gelezen boeken en maken elkaar enthousiast, in georganiseerde activiteiten zoals een boekenkring, leescarrousel/kleine groepen en op eigen initiatief;
    • ze schrijven naar aanleiding van een boek, bijvoorbeeld in een leeslogboek over gelezen boeken, een (ander) slot voor het verhaal bedenken, bij een illustratie opschrijven wat je ziet/waar je aan moet denken, opschrijven wat jij zou doen en zeggen wat er zou gebeuren als jij in een situatie uit het boek verkeerde;
    • ze doen aan drama, bijvoorbeeld dialogen naspelen, tableau vivants maken, pantomime;
    • ze maken beeldende werkstukken, bijvoorbeeld een kijkdoos poppen of een mobiel van de hoofdfiguren uit een verhaal.
  • Schrijven:
    • De kinderen schrijven veel verschillende soorten teksten met verschillende doelen en voor een divers publiek.