Nederlands - Mondeling onderwijs - kerndoel 1 - Groep 7 en 8 - Doorkijkje


De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.


Groep 7 en 8


Doorkijkje Jeugdjournaal

Meester Ronald laat een gedeelte van het jeugdjournaal zien. Het gaat over de prijzen die de kinderjury heeft toegekend aan de boeken die de juryleden het allerbeste vonden. De kinderen hebben de opdracht gekregen om heel goed te kijken en te luisteren naar het fragment. Ze hebben een kladpapiertje voor zich liggen. Daarop moeten ze vragen schrijven die in de uitzending beantwoord worden. Roos heeft bijvoorbeeld bedacht: "Wat gebeurt er met een boek als het een prijs heeft gewonnen?" en "Wie hebben er gewonnen en voor de hoeveelste keer?" Carel heeft opgeschreven: "Hoe gaat die wedstrijd eigenlijk?" En Franca: "Waarom stemmen kinderen altijd op hetzelfde boek?" Carolien heeft: "Wat is een goed boek?"

Als ze het fragment twee keer bekeken hebben, vergelijken ze in groepjes hun vragen. Samen kiezen ze de drie vragen die ze het beste vinden. Dan geven ze hun vragen aan een ander groepje en zij krijgen de vragen van dat groepje. De groepjes proberen nu elkaars vragen te beantwoorden.

Ronald bespreekt de opdracht na. Zijn er soms vragen die een groepje niet kon beantwoorden? Sem steekt zijn vinger op. "Wij wisten geen antwoord op: “Wat is een goed boek?” zegt hij. "Vraag maar aan het groepje dat de vraag heeft opgeschreven," zegt Ronald en hij kijkt naar het groepje van Carolien. “Zeg het maar, wat is het antwoord?” “Een goed boek is een boek dat heel vaak door de kinderjury wordt gekozen", zegt Carolien."Maar wij vinden dat niet", zegt Sem. "Wij vinden een goed boek iets anders." "Goed," zegt Ronald. "De volgende opdracht is dat iedereen gaat opschrijven wanneer hij of zij een boek goed vindt. Je neemt de boeken in gedachten die jij goed vindt en je gaat heel precies opschrijven waarom je ze goed vindt". Als ze klaar zijn, mogen de kinderen in hun groepje laten horen wat ze hebben opgeschreven. De voorzitter van het groepje schrijft de belangrijkste dingen op.

Als iedereen klaar is, doen de voorzitters van de groepjes verslag. Terwijl zij laten horen wanneer hun groepje boeken goed vindt, typt Ronald mee. Er verschijnt een lijst op het digitale schoolbord met woorden als: spannend, griezelig, dat ik het zelf ook kan meemaken, zielig, droevig…

"Weet je wat we nu eigenlijk moeten doen," zegt Ronald, "iedereen denkt na over een voorbeeld van een boek bij al die woorden. Wat je het spannendste boek vindt. Of het droevigste?"  "Dan zoeken we er plaatjes bij op internet," zegt Sem. "Dan hebben we onze eigen allerbeste boekenlijst," knikt Ronald. "Die kun je dan meenemen naar de bibliotheek. Dan weet je meteen wat je moet hebben als je iets grappigs zoekt of iets heel erg griezeligs!!!"