Nederlands - Mondeling onderwijs - kerndoel 1 - Groep 5 en 6 - Doorkijkje


De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.


Groep 5 en 6


Doorkijkje Lisa doet een wens

Meester Martin zegt: “Vandaag krijgen jullie een plaatje van de voorkant van een boek. Bij dit boek ga je bedenken waar het boek over zou kunnen gaan en of je het leuk lijkt en waarom je het leuk lijkt. Nadat ik het verhaal verteld heb, kijken jullie op je blaadje om te zien of het klopt met wat je had bedacht. Daarna gaan we opschrijven of je het goed had voorspeld of dat het niet klopte”.
Nadat iedereen wat opgeschreven heeft, gaan de kinderen samen met de meester in de kring zitten om naar het verhaal te luisteren. Dit verhaal duurt maximaal 20 minuten. Tijdens het verhaal kunnen er vragen gesteld worden door de kinderen en stelt meester Martin vragen aan de klas.
Meester leest het boekje 'Lisa doet een wens'. Als hij ergens halverwege het verhaal is vraagt hij: “Wat denken jullie dat ze gaat wensen?” Verschillende vingers gaan omhoog. Tim zegt: “Ik denk dat ze een kilo snoep wenst”.
Als het verhaal afgelopen is vraagt meester Martin: “Eva, wat had jij op je blaadje geschreven?” Eva vertelt: “Ik dacht dat het een heel leuk boek zou zijn omdat het meisje op de voorkant een wens mag doen en dat zou ik ook wel willen”. Martin zegt: “Heel goed! Vinden jullie dat het klopt met het verhaal?” Verschillende kinderen reageren en geven hun mening. Hetzelfde vraagt Martin aan nog een aantal andere kinderen. Daarna schrijft iedereen op of zijn/haar voorspelling klopte of niet.