Nederlands - Mondeling onderwijs - kerndoel 1 - Groep 3 en 4 - Doorkijkje


De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.


Groep 3 en 4


Doorkijkje De verhalenverteller vertelt

Groep 3/4 werkt al geruime tijd aan het thema Indianen. Meneer Victor zet samen met de kinderen waxinelichtjes in de kring: het 'kampvuur'. Het lokaal wordt verduisterd. Alle kinderen gaan rondom het 'vuur' zitten. Meneer Victor, de 'verhalenverteller', heeft een blaadje. Hij legt uit: “Ik heb op dit blaadje een paar woorden opgeschreven voor het geval ik misschien tijdens het vertellen niet meer helemaal weet wat er in het verhaal gebeurt. Dan kijk ik gewoon eventjes op dit blaadje. Straks laat ik jullie zien welke woorden ik heb opgeschreven en dan kunnen jullie aan mij vertellen of dit inderdaad belangrijke woorden zijn in het verhaaltje.”

Victor vertelt een verhaal over Wasbeer. De 'indianenkinderen' luisteren aandachtig. Na het verhaal praten ze na over wat de indianen van dit verhaaltje kunnen leren.
Dan komt Victor terug op het blaadje met de woorden. Een kind merkt op dat meneer er helemaal niet op gekeken heeft. Victor: “Ja, weet je hoe dat komt? Toen ik gisteravond dat briefje ging maken, had ik eigenlijk al een beetje geoefend. Want door deze woorden op te schrijven zat het verhaaltje zo goed in mijn hoofd, dat ik er eigenlijk niet meer op hoefde te kijken.”
Een paar kinderen lezen de woorden voor die op het blaadje staan: indianenjongen >> stoer en dapper; ontmoet Grote Kei >> wil gooien; de Kei leeft; wedstrijd; Wasbeer overmoedig >> valt; Grote Kei rolt over Wasbeer; lesje geleerd!
Aan de hand van deze woorden stelt meneer Victor vragen en vatten kinderen het verhaal samen.
Bron:
Tomesen, M. & Kleef, M. Strategisch lezen en schrijven met jonge kinderen. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.