Friese taal - Schriftelijk onderwijs - kerndoel 21 - Groep 1 en 2 - Wat doen de kinderen
De leerlingen leren eenvoudige teksten in het Fries te schrijven over alledaagse onderwerpen met het doel met anderen over die onderwerpen te communiceren.
Groep 1 en 2
Wat doen de kinderen?
- De kinderen ervaren het permanente karakter van geschreven taal. Ze ervaren dat tekenen en tekens produceren mogelijkheden bieden tot communicatie.
- Ze 'schrijven' allerlei soorten teksten (zie Inhoud).
- Ze 'schrijven' op hun eigen niveau. Zo tekent het ene kind over zijn belevenissen in de speeltuin en wil hij dat de leraar zijn verhaal erbij schrijft, schrijft een ander kind overal haar eigen naam op, maakt weer een ander kind allerlei letterreeksen en is een vierde kind bezig woorden te schrijven op zijn gehoor.
- De kinderen ervaren de functies van geschreven taal, door te 'schrijven' in functionele situaties, zoals:
- het 'schrijven' van briefjes en kaartjes naar mensen in hun omgeving, bijvoorbeeld bij verjaardag, ziekte, geboorte of 'zomaar';
- hun naam ergens op te schrijven;
- lijstjes te maken (boodschappenlijstje, verlanglijstje).
- Ze presenteren hun tekst eventueel aan klasgenoten, bijvoorbeeld door de tekst in de lees- en schrijfhoek te leggen, via het digitale schoolbord, door de tekst op te hangen of door erover te vertellen op de 'schrijverstoel' (als ze dat willen).