Engels - kerndoel 15 - Toelichting en verantwoording


De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen.


Er wordt bij schrijfvaardigheid onderscheid gemaakt tussen:

  1. Schrijven als middel, bijvoorbeeld om bepaalde woorden beter te onthouden of om de spelling van bepaalde Engelse woorden onder de knie te krijgen;
  2. Schrijven als doel, om te communiceren in het Engels over eenvoudige en alledaagse onderwerpen die de leerlingen aanspreken, bijvoorbeeld het schrijven van korte groeten op een kaart, een lijstje maken met dingen die je nodig hebt of je eigen gegevens op een vragenlijst invullen.

Dit kerndoel 15 impliceert als beoogd niveau aan het eind van de basisschool niveau A1 voor schrijven van het gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen (ERK).
'Ik kan een korte, eenvoudige briefkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan formulieren met persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld het invoeren van mijn naam nationaliteit en adres op een hotelinschrijvingsformulier'.

De teksten hebben betrekking op de schrijver zelf of op imaginaire personen. De woorden en eenvoudige korte uitdrukkingen zijn bekend en gaan over persoonlijke details en bepaalde concrete situaties. Het betreft een klein aantal eenvoudige korte zinnen.

Namen van dagelijkse objecten en namen van winkels of regelmatig gebruikte basiszinnen worden correct overgeschreven. Eigen adres, nationaliteit en andere persoonlijke details zijn correct gespeld.
Bijvoorbeeld:

  • een ansichtkaart met vakantiegroet schrijven, een felicitatiekaart of (virtuele) wenskaart voor Nieuwjaar of Kerstmis;
  • persoonlijke gegevens invullen bij aanmelden voor activiteiten op een camping, aanmelden bij een site voor virtuele kaarten, het invullen van gegevens om iets aan te vragen, op het internet, in een tijdschrift of reclameblaadje;
  • mededelingen van prikbord of schoolbord overnemen, zoals een kort berichtje over activiteiten in de vakantie - in een zomerkamp of op een camping;
  • een eenvoudige lijst met vragen over zichzelf invullen n.a.v. vragen over hobby's, vakken op school, etc.;
  • een paar eenvoudige zinnen opschrijven over zichzelf of over andere mensen, zoals waar je woont en of je broers of zussen hebt.

In de scenario's zoals geschetst in de toelichting bij kerndoel 13, verschillen de niveaus van schrijfvaardigheid.

Bronnen:

  • Language proficiency handbook;
    www.isbe.net/assessment/pdfs/lang_pro.pdf
  • Bodde-Alderlieste, M. e.a. (2001). Werken in Fasen. Groningen: Wolters-Noordhoff.
  • Bodde-Alderlieste, M. e.a. (2001). Oriëntatie op Engels in het basisonderwijs. Groningen: Wolters-Noordhoff.
  • Europees Referentiekader
  • Taalprofielen
  • (2000). Hello World. Den Bosch: Malmberg.
  • Berkel, van A. (2006). De orthodidactiek van het Engels. Coutinho.
  • Diverse artikelen over dyslexie en Eibo door Ans van Berkel.
  • Informatie over CLIL; www.clilcompendium.com of www.europeesplatform.nl

Toelichting: ERK

ERK = Europees Referentiekader voor talen:
een gemeenschappelijk raamwerk waarin op verschillende niveaus de vijf vaardigheden - luister, lezen, spreken, gesprekken voeren, schrijven - van de leerder zijn uitgewerkt.

Toelichting: Profiel groepsleraar Engels

De groepsleraar die Engels geeft, voldoet aan het volgende profiel:

  • Zij is geïnteresseerd in en gemotiveerd voor vvto;
  • Zij is bereid om bij- en na te scholen;
  • Zij is bereid en in staat om samen te werken met de Engelstalige leraar;
  • Zij is bereid tot intervisie en collegiale consultatie t.b.v. vvto;
  • Zij heeft een redelijke beheersing van het Engels (B1/B2 van het ERK).

Toelichting: Thema's en onderwerpen

(Eibo-)thema = een aantal onderwerpen die bij elkaar horen, bijvoorbeeld: naam, leeftijd, adres horen bij het Eibo-thema 'kennismaken met elkaar'.

Onderwerp = een deel van een Eibo-thema (persoonlijke gegevens), bijvoorbeeld: getallen (zeggen hoe oud je bent), adres (vragen/zeggen op welk adres iemand woont).

De Eibo-thema's zijn:

  • kennismaken met
  • wonen
  • vrijetijdsbesteding en hobby's
  • eten en drinken
  • tijdsaanduiding
  • beschrijven van personen
  • op straat
  • in de winkel
  • in de klas
  • feesten
  • het weer

De inhoud van de meeste thema's wordt in groep 5 t/m 8 uitgebouwd.
Bijvoorbeeld bij het thema 'wonen':

  • in groep 5 het woonadres;
  • in groep 6 het huis met de vertrekken;
  • in groep 7 landen en nationaliteiten;
  • in groep 8 de inrichting van je kamer en de regio waarin je woont (north, west, etc.).

Nb. De thema's en/of onderwerpen worden in elke groep op een eigen niveau aangeboden en verwerkt. Ook zijn er onderwerpen die alleen in groep 7 en 8 aan de orde komen.

Toelichting: Interferentiefouten

Interferentiefouten = fouten in de ene taal, bijvoorbeeld het Engels, die ontstaan vanuit de spelling van de moedertaal, bijvoorbeeld het Nederlands.

Voorbeelden hiervan zijn: hobby's (Ned.) i.p.v. hobbies (Eng.) en Englisch i.p.v. English.

Toelichting: Schrijven

Schrijven als middel = Kinderen kopiëren of schrijven woorden en zinnen over of na om ze beter te onthouden en de spelling van het Engels te oefenen.

Schrijven als doel = Kinderen schrijven woorden en zinnen om te communiceren met leeftijdgenoten of personen die informatie van vragen. Bijvoorbeeld het opstellen van een eenvoudig sms-berichtje, het opstellen van een korte lijst, het invullen van persoonlijke gegevens). Het is daarbij stimulerend als ze ook een reactie terugkrijgen, van een klasgenootje, leeftijdgenoot of van de persoon of instantie waar ze de gegevens hebben ingevuld.