Bewegingsonderwijs - stoeispelen - Groep 3 en 4 - Wat doet de leraar


Leerlijn: Stoeispelen


Groep 3 en 4


  • De leraar helpt en begeleidt de kinderen, zodat alle kinderen mee kunnen doen aan de activiteiten en proberen hun bewegingsmogelijkheden uit te breiden.

Bij Stoeispel met omdraaien:

  • De leraar stimuleert de initiatiefnemer het hefboomprincipe zo te gebruiken dat de verdediger direct gecontroleerd kan worden.
  • Zij stimuleert de verdediger om geregeld positieveranderingen in te nemen waardoor het hefboomprincipe niet toegepast kan worden.

Toelichting: Stoeispelen

Duwen of trekken aan een tegenspeler om deze uit balans te brengen terwijl deze probeert die balansverstoringen te voorkomen.

Toelichting: Een voorwerp

Twee kinderen zitten op hun knieën op een mat en proberen een bal bij de ander af te pakken.

Toelichting: Stoeispel met omdraaien

Op een mat ligt een kind op zijn buik en een ander probeert hem om te draaien en op de rug te houden (te controleren).

Toelichting: Stoeispel met kantelen

Eén speler zit in handen- en knieënstand op een mat en een andere speler probeert door de armen onder de eerste arm en het eerste been en over het tweede arm en been (de 'kantelslang') te plaatsen en te duwen de ander te kantelen. De eerste speler probeert dit te voorkomen.

Toelichting: Stoeispel tot controle

Eén speler zit in handen- en knieënstand op een mat en een andere speler probeert door de armen onder de eerste arm en het eerste been en over het tweede arm en been (de 'kantelslang') te plaatsen en te duwen de ander te kantelen en te controleren in rugligging. De eerste speler probeert dit te voorkomen.