Bewegingsonderwijs - springen - Groep 3 en 4 - Wat doen de kinderen


Leerlijn: Springen


Groep 3 en 4


Bij Wendsprong over de kast met afzetvlak:

  • De kinderen springen over de kast en steunen korte tijd op de handen.
  • Ze oefenen verschillende vormen van springen: vrije sprongen en steunsprongen vanaf en over toestellen.

Toelichting: Vrije sprongen

Afzetten om lang in de lucht te zweven.

Toelichting: Steunspringen

Afzetten om lang te zweven voor en/of na de handenplaatsing op een steunvlak.

Toelichting: Loopspringen

Passeren van een hindernis en gelijkmatig door kunnen lopen of springen na de hindernis.

Toelichting: Touwtje springen

Afzetten om in herhaling in/over een ronddraaiend touw te springen.

Toelichting: Ver- en hoogspringen

Afzetten om een zo groot mogelijke afstand of hoogte te overbruggen.

Toelichting: Wendsprong over lage banken of korte verhoogde aanloop met kastkop

Over een bank aanlopen en over de kast die ongeveer 30 cm hoger is dan de bank een wendsprong maken (handen in het verlengde van de aanloop zetten en landen met je gezicht in de richting waar je vandaan kwam).

Toelichting: Wendsprong over lage kast met plank

Na een korte aanloop afzetten op een reutherplank en een wendsprong maken over een kast van ongeveer 80 cm.

Toelichting: Wendsprong vanuit minitramp over hogere kast

Over twee banken aanlopen en springen in de minitramp en een wendsprong maken over een kast van ongeveer 100 cm.

Toelichting: Wendsprong (naar arabier) met minitramp over hogere kast

Aanlopen over de grond en springen in de minitramp en een wendsprong maken over de kast van ongeveer 120 cm.