Bewegingsonderwijs - jongleren - Groep 1 en 2 - Doorkijkje


Leerlijn: Jongleren


Groep 1 en 2


Kaatsenballen

In het videofragment kaatsenballen de kinderen. Hieronder een situatieschets die ook uit deze les komt.

Ilona is aan het kaatsenballen. Ze gooit met een stevige foambal tegen de muur en probeert de bal te pakken als íe weer terug komt. Ze gooit de bal recht naar voren en de bal stuit snel terug, waardoor ze 'm niet tegen kan houden. Ze loopt achter de bal aan en heeft 'm al snel te pakken. Ze loopt terug en gooit opnieuw, alleen gooit ze nu erg hoog. De bal komt tegen de muur als ie weer naar beneden gaat, waardoor ze een stuk naar voren moet lopen om de bal te pakken.

Juf Willy heeft een tijdje staan kijken en ziet dat Ilona steeds moeite heeft om te bepalen waar ze de bal tegen de muur moet gooien. Ze loopt naar Ilona toe en tekent twee strepen met krijt op de muur. Ze zegt dat Ilona tussen deze strepen op de muur moet proberen te gooien en dat ze dan de bal na één keer stuiten al kan pakken. Ze zet een kruis op de grond, vraagt de bal en gaat op het kruis staan. "Kijk, als je hier gaat staan en je gooit de bal daar tegen de muur, kan je de bal bijna meteen pakken". Ze gooit net zo hard als Ilona meestal gooit en vangt de bal na één stuit.

Marijn die er naast staat en alles gezien heeft gaat ook zo ver van de muur staan en roept: "Kijk juf". Willy zegt voordat Marijn gegooid heeft: "Nee Marijn, jij kunt beter hier staan" en ze zet een kruis iets dichter bij de muur. Als Marijn de bal ook na één stuit vangt kijkt hij trots naar Willy. Ook juf Willy glimt.


Bron:
(2001). cd-Rom bij Basisdocument bewegingsonderwijs. Zeist: J. Luiting Fonds.


Toelichting: Werpen en vangen

Een voorwerp wegspelen zodat het gevangen kan worden.

Toelichting: Soleren

Een voorwerp tikkend in beweging houden.

Toelichting: Retourneren

Heen en weer tikken (slaan) van een speelvoorwerp zodat een medespeler het terug kan spelen.

Toelichting: Kaatsenballen: individueel

Vanaf verschillende afstanden met verschillende ballen tegen een muur gooien en de bal opvangen of tegenhouden.

Toelichting: Kaatsenballen

Vanaf verschillende afstanden (1 - 2,5 meter) met grote ballen tegen een muur gooien en de bal direct proberen te vangen.

Toelichting: Kaatsenballen: met kleine bal

Vanaf verschillende afstanden (3-5 meter) met een tennisbal tegen een muur gooien en de bal direct proberen te vangen.

Toelichting: Sparrend

Zo spelen dat je het de ander een beetje moeilijk maakt, maar niet te moeilijk.

Toelichting: Kaatsenballen: samen met twee ballen

Twee kinderen gooien op werpplaatsen die 3 meter van de muur liggen en 2 meter van elkaar beiden tegelijkertijd een handbal naar elkaar via de muur zodat de ander de bal kan vangen.