Bewegingsonderwijs - jongleren
Leerlijn: Jongleren
werpen en vangen Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
Een voorwerp wegspelen zodat het gevangen kan worden.
- kaatsenballen: individueel met stuit
 (grote bal)
- samen overspelen: rollend
- kaatsenballen:
- samen overspelen: werpend met grote bal
- kaatsenballen: met kleine bal
- samen overspelen: via de muur kleine bal
- sparrend overspelen: in beweging vangen
- kaatsenballen: samen met twee ballen
- samen overspelen: met bijvoorbeeld een softbalhandschoen
 (vangen met niet voorkeurshand)
- sparrend overspelen: in beweging werpen en vangen
soleren Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
Voorwerp tikkend in beweging houden.
- ballon hooghouden
 (hand, racket)
- stuiteren met bal
- rollen met hoepel of autoband
- ballon hooghouden
 (met opgerolde krant)
- stuiteren met bal
 (een-handig)
- dribbelen met stick en (grote) bal
- solo-racketspel: tegen muur met trage bal
- hoepel rollend houden
- shuttle hooghouden
- stuiteren met verplaatsen
- dribbelen met voet en bal
- solo-racketspel met grote bal
- stuiteren in combinatie met trucjes of doelpoging
- dribbelen/stuiteren in spel/wedstrijdvorm
retourneren Van toepassing voor: groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
Heen en weer tikken (slaan) van een speelvoorwerp zodat een medespeler het terug kan spelen.
- racketspel: zware ballon samen hooghouden
- tennisspel: een trage bal via de muur naar elkaar toespelen
- badminton: samen hooghouden in gescheiden gebieden
- voetbalspel: de bal via de muur naar elkaar kaatsen
- tennisspel: sparrend overspelen via de muur
- badminton: sparrend hooghouden over een lijn
- voetbalspel: de bal direct naar elkaar kaatsen
Toelichting: Werpen en vangen
Een voorwerp wegspelen zodat het gevangen kan worden.
Toelichting: Soleren
Een voorwerp tikkend in beweging houden.
Toelichting: Retourneren
Heen en weer tikken (slaan) van een speelvoorwerp zodat een medespeler het terug kan spelen.
Toelichting: Kaatsenballen: individueel
Vanaf verschillende afstanden met verschillende ballen tegen een muur gooien en de bal opvangen of tegenhouden.
Toelichting: Kaatsenballen
Vanaf verschillende afstanden (1 - 2,5 meter) met grote ballen tegen een muur gooien en de bal direct proberen te vangen.
Toelichting: Kaatsenballen: met kleine bal
Vanaf verschillende afstanden (3-5 meter) met een tennisbal tegen een muur gooien en de bal direct proberen te vangen.
Toelichting: Sparrend
Zo spelen dat je het de ander een beetje moeilijk maakt, maar niet te moeilijk.
Toelichting: Kaatsenballen: samen met twee ballen
Twee kinderen gooien op werpplaatsen die 3 meter van de muur liggen en 2 meter van elkaar beiden tegelijkertijd een handbal naar elkaar via de muur zodat de ander de bal kan vangen.