Bewegingsonderwijs - doelspelen - Groep 3 en 4 - Doorkijkje


Leerlijn: Doelspelen


Groep 3 en 4


Matlummelspel

In het videofragment spelen de kinderen samen een matlummelspel.

Hieronder een situatieschets die ook uit deze les komt.
Karin gaat naar het matlummelspel. Dit loopt een beetje stroef omdat er niet snel gespeeld wordt en het lopen naar een vrije mat gebeurt op willekeurige momenten. Karin vraagt aan Gijsbert of zij even mee mag spelen voor hem in de plaats. Gijsbert is allang blij dat hij even kan zitten.

Karin staat nog niet op de mat of ze krijgt de bal al aangespeeld. Direct speelt ze 'm naar een andere mat en loopt zelf naar de vrije mat. Ook daar krijgt ze de bal. Ze legt het spel stil. "Kijk", zegt ze, "Dit doet Van der Vaart ook altijd zo goed. Hij loopt altijd naar een plaats in het veld waar hij de bal kan krijgen en hij kan de bal meestal naar twee of drie kanten afspelen." Inge yelt "Van der Vaart, Van der Vaart, Van der Vaart" en de tweede keer doet Gijsbert mee. "Dat zijn echte fans." "Nou", zegt Karin, "ga nu maar spelen als Rafaël van der Vaart." Enthousiast gaan de kinderen weer aan de gang.

Bron:
(2001). cd-Rom bij Basisdocument bewegingsonderwijs. Zeist: J. Luiting Fonds.


Toelichting: Keeperspelen

Passeren van een tegenspeler om een doel te raken terwijl de tegenspeler probeert de bal te onderscheppen om het doel te verdedigen.

Toelichting: Lummelspelen

Passeren van de lummel om de bal naar een medespeler over te spelen terwijl de tegenspeler probeert de bal te onderscheppen om zelf in balbezit te komen.

Toelichting: Aangepaste sportspelen

Komen tot een doelpoging door het openen van aan- en afspeellijnen terwijl de tegenspelers proberen de bal te onderscheppen en een doelpoging proberen te voorkomen.

Toelichting: Passeerspel

In een veld van 4 bij 1,5 meter probeert een speler tennisballen naar iemand anders te rollen, zo dat de lummel die er tussen zit zo weinig mogelijk ballen kan onderscheppen. Er wordt in één richting gerold en de spelers zitten op de knieën.

Toelichting: Matlummelspel

In een veld van 6 bij 6 meter liggen 4 matten waar 3 passeerders op mogen staan om een bal te werpen en te vangen. Eén lummel in het midden probeert de bal te onderscheppen. De passeerders mogen lopen naar de vrije mat.

Toelichting: Opbouwend teambal

In een veld van 6 bij 10 meter probeert een partij met 3 spelers de bal naar elkaar over te spelen. 1 lummel probeert de bal te onderscheppen. Als de bal wordt onderschept, wisselen de partijen van functie. Als er vijf keer overgespeeld is komt er een tweede lummel bij. Als er vijftien keer overgespeeld is (met op het laatst 3 lummels) krijgt de partij een punt en begint de andere partij.

Toelichting: Dribbeleindvakbal

In een veld van 9 bij 7 meter met twee eindvakken van een meter over de hele breedte proberen 2 partijen van 4 spelers een bal 4 keer over te spelen en daarna een speler in het eigen eindvak aan te spelen. De andere partij probeert de bal te onderscheppen. Er wordt gespeeld met de loopregel dat de balbezitter maximaal twee passen mag maken daarna een stuit en dan weer twee passen.