Toelichting

10 november 2021

Het begrip 'bewegingsonderwijs'

Oude termen: grove motoriek en fijne motoriek

In het onderwijs aan kleuters wordt al jaren bijna niet meer gesproken over onderwijs in de fijne motoriek en onderwijs in de grove motoriek, maar over bewegingsonderwijs en onderwijs ten behoeve van de fijne motoriek. Dit is voortgekomen uit de vraag waartoe onderwijs in bewegen wordt gegeven. Ook de samenvoeging destijds van de kleuterschool met de lagere school speelt hierbij een rol.

Waarom bewegingsonderwijs?

De beantwoording van de waartoe-vraag heeft te maken met de opkomst van de filosofie waarin mensen worden gezien als handelende wezens die betekenissen verlenen en betekenissen realiseren in de wereld om hun heen. Het wordt aangeduid met de relationele mens. Je kijkt niet naar het lichaam, met de huid als omhulsel. Dat is voor medici. Je kijkt naar mensen die activiteiten doen met anderen in een wereld die ze mogelijkheden en beperkingen geeft.

We willen dat kinderen mede door het onderwijs in staat zijn om deel te nemen aan beweegactiviteiten thuis, op straat, op het strand, op een sportvereniging enzovoort. Dus dat ze in staat zijn deel te nemen aan de beweegcultuur. Deze redenering was waarschijnlijk iets eerder het belangrijkste motief voor het bewegingsonderwijs in groep 3-8. Later is dit ook meer een dominante beweegreden geworden voor groep 1-2. In verschillende leerlijnen worden beweegactiviteiten aangeboden waar ook de fijne motoriek een rol speelt. Bij het gooien van een bal met effect is een goede fijn-motorische worp noodzakelijk. Maar dan gaat het niet om het ontwikkelen van de fijne motoriek, maar om het gooien van een bal met effect. Als iemand piano speelt gaat het ook niet om het ontwikkelen van de fijne motoriek, maar om het spelen van akkoorden of melodieën.

Omdat onderwijs in bewegen de kern is, is het bewegingsonderwijs gaan heten. Er is ook nog een tijd gesproken over lichamelijke opvoeding en lichamelijke oefening. Omdat het oefenen van het lichaam of opvoeden van het lichaam niet de kern is, zijn deze begrippen ook voor een groot deel verdwenen in het po.

Bij het traject ‘curriculum.nu’ heet het leergebied Bewegen & Sport. Dit is gebeurd omdat het vak zo genoemd is in de wet voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs, net als voor alle andere vakgebieden. Deze naam is door het ontwikkelteam echter wel ter discussie gesteld. Dit omdat op die manier sport zo veel nadruk krijgt en dat maar een deel is van de beweegcultuur. Aanpassing van de naam van het leergebied was echter in die fase van traject niet meer mogelijk, vanwege de opdracht van de Tweede Kamer.

Bewegingsonderwijs in het po

In het primair onderwijs is er dus sterke voorkeur voor om het bewegingsonderwijs te noemen. Gemakshalve zeggen kinderen ook vaak gym. Maar een term die we niet gebruiken is gymnastiek. Dit verwijst namelijk vooral naar het turnen van (jonge) kinderen.

Bewegen of peutergym in de voorschoolse educatie

Voor peuters gebruiken we het liefst de term bewegen of peutergym omdat we bij de voorschoolse educatie niet spreken over onderwijs.