Veelgestelde vragen
Om leerlingen goed voor te bereiden op hun vervolgopleiding en toekomst, is actualisatie van de kerndoelen en examenprogramma’s noodzakelijk. SLO doet dit samen met het onderwijsveld, in opdracht van het ministerie van OCW.
algemeen
De landelijk vastgelegde kerndoelen en examenprogramma’s zijn niet meer actueel. De huidige kerndoelen zijn vastgesteld in 2006 en bij de examenprogramma’s variëren ze per vakgebied. Ook zijn de huidige kerndoelen ruim en globaal geformuleerd. Dit geeft onduidelijkheid bij leraren over wat ‘moet en mag’ en het leidt tot werkdruk en overladenheid. Om leerlingen goed voor te blijven bereiden op hun vervolgopleiding en toekomst, is het noodzakelijk om de kerndoelen en examenprogramma’s te actualiseren. In opdracht van het ministerie van OCW en samen met het onderwijsveld voert SLO deze opdracht uit.
SLO zorgt met een team van experts en leraren voor de samenhang, zodat raakvlakken tussen vakgebieden met elkaar kloppen en er doorlopende leerlijnen ontstaan. De ontwikkeling van examenprogramma’s en kerndoelen overlapt grotendeels in tijd. Verschillende teams gaan aan de slag met de ontwikkeling van kerndoelen en examenprogramma’s op basis van gemeenschappelijke uitgangspunten, zoals beschreven staat in de werkopdrachten voor kerndoelen en examenprogramma's van OCW aan SLO. Deze zijn uitgewerkt in werkinstructies, waarmee de teams en commissies werken.
De werving en selectie is uitbesteed aan een extern bureau: B&T Werving & Selectie. Het belangrijkste in de selectie is een evenwichtige verdeling van expertises en achtergronden. Daarnaast moeten de leden voldoen aan de gestelde eisen die zijn beschreven in de functieprofielen. In het selectieproces vinden gesprekken plaats met een commissie bestaande uit de procesregisseur, een curriculumexpert en een vertegenwoordiger van een vakvereniging.
Het ministerie van OCW heeft SLO de opdracht gegeven om de kerndoelen en examenprogramma’s van een aantal vakken te actualiseren. Hiervoor richt SLO voor de kerndoelen teams in, voor de examenprogramma's vakvernieuwingscommissies:
- Voor elk leergebied of vak wordt een team of vakvernieuwingscommissie samengesteld, die de kerndoelen of examenprogramma’s gaan actualiseren. Deze teams en commissies bestaan uit leraren, vakexperts en curriculumexperts. Zij gaan onder begeleiding van een procesregisseur aan de slag.
- Deze teams en vakvernieuwingscommissies werken samen met een advieskring. De advieskring geeft feedback en reflecteert op tussenproducten. De advieskring bestaat uit vertegenwoordigers van onder andere vakverenigingen, wetenschappers, lerarenopleidingen en andere relevante netwerken passend bij het betreffende vakgebied. Daarnaast kunnen de teams en commissies vakexperts raadplegen.
In de teams en vakvernieuwingscommissies gaan leraren, vakexperts en curriculumexperts aan de slag met de actualisatie. Zij werken samen met een advieskring, die onder andere bestaat uit vakverenigingen, wetenschappers, lerarenopleidingen en andere relevante netwerken passend bij het betreffende vak- of leergebied. Daarnaast worden vakexperts geraadpleegd. Uiteraard worden leerlingen ook betrokken bij het actualisatieproces. SLO organiseert samen met het LAKS leerlingpanels, waarbij leerlingen reflecteren op de (tussentijdse) plannen en producten van de teams en vakvernieuwingscommissies.
Leerlingpanels reflecteren op de (tussentijdse) plannen en producten van de teams en vakvernieuwingscommissies. Hierin wordt samengewerkt met het LAKS. In de uiteindelijke conceptkerndoelen en -examenprogramma’s wordt toegelicht hoe de input van leerlingen is verwerkt.
Om de kwaliteit van de (tussen)producten en het proces te waarborgen heeft SLO naast de externe advieskring ook een intern systeem van kwaliteitszorg ingericht. Dit systeem bestaat uit twee onderdelen: een monitorteam en een expertpoule.
- Het monitorteam verzamelt gedurende het actualisatieproces informatie en voert daar analyses op uit, op basis van de kwaliteitscriteria uit de werkopdracht. Het monitorteam houdt zicht op zowel de inhoud van de te ontwikkelen (tussen)producten als op het proces.
- De expertpoule bestaat uit inhoudelijke SLO-experts met expertise op het gebied van de vakoverstijgende aspecten die in de werkopdracht zijn beschreven, met in elk geval: burgerschap, digitale geletterdheid, LOB, de drie doeldomeinen, diversificatie, geletterdheid en reken- en wiskundige kennis en vaardigheden. De expertpoule werkt samen met het monitorteam bij het uitvoeren van de inhoudelijke analyses en bekijkt of deze vakoverstijgende elementen goed gewaarborgd zijn in de concept-uitwerkingen.
Een tijdelijke wetenschappelijke curriculumcommissie adviseert het ministerie van OCW over curriculumontwikkeling. Deze commissie heeft onder andere advies uitgebracht over de opgeleverde bouwstenen van Curriculum.nu. Mede op basis van de adviezen van de curriculumcommissie heeft het ministerie werkopdrachten voor de actualisatie kerndoelen en de actualisatie examenprogramma’s gemaakt. SLO heeft bij de uitwerking van de werkopdracht in werkinstructies de adviezen van de commissie ten aanzien van het landelijk curriculum ook benut. Informatie over de commissie en de adviezen vind je op: www.curriculumcommissie.nl.
Curriculum.nu heeft voorstellen voor negen leergebieden opgeleverd en is daarmee afgerond. Onder andere deze voorstellen worden als bron gebruikt bij de actualisatie van de kerndoelen en examenprogramma’s. De voorstellen zijn terug te vinden op de webpagina www.curriculum.nu.
kerndoelen
Kerndoelen vormen samen met de examenprogramma’s de basis van het Nederlandse curriculum. Een kerndoel is een wettelijk doel dat beschrijft waar leerlingen in po en in de onderbouw vo mee in aanraking moeten komen, welke inspanning van hen wordt verwacht met het oog op ervaringen, of wat ze uiteindelijk moeten beheersen. Daarmee geven kerndoelen richting aan het onderwijs en leggen ze de basis vast waar iedere leerling recht op heeft. Die basis is nodig om jezelf te ontwikkelen, volwaardig deel te nemen aan de samenleving en door te stromen naar vervolgonderwijs.
De kerndoelen zijn zo geformuleerd dat ze voldoende richting geven, maar ook ruimte laten voor scholen en leraren om eigen keuzes te maken. Leraren en scholen behouden hun professionele vrijheid om de kerndoelen op een manier in te vullen die past bij de schoolvisie, hun leerlingen en de context. Kerndoelen beschrijven geen leerstof per schooljaar en schrijven geen vorm van pedagogiek, didactiek of onderwijstijd voor.
De status van kerndoelen is vastgelegd in de wet. In de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs zijn ze benoemd als de
opdracht aan scholen. Dat betekent dat iedere school verplicht is het onderwijs zo vorm te geven dat leerlingen deze doelen kunnen bereiken. We noemen dit het beoogde curriculum op landelijk niveau.
Voor leerlingen in het so die zeer moeilijk leren en/of een meervoudige beperking hebben en voor leerlingen in het vso die uitstromen naar dagbesteding of arbeidsmarkt zijn er functionele kerndoelen.
Functionele kerndoelen worden ontwikkeld voor leerlingen in het so die zeer moeilijk leren en/of meervoudig beperkt zijn en voor leerlingen in het vso die uitstromen naar dagbesteding of arbeidsmarkt.
De status van functionele kerndoelen is vastgelegd in de wet. In de Wet op de Expertisecentra zijn ze benoemd als de opdracht aan scholen en staat beschreven welke inhouden aan bod moeten komen. We noemen dit het beoogde curriculum op landelijk niveau.
De functionele kerndoelen zijn de inhoudelijke doelstellingen voor het onderwijsprogramma. Scholen moeten het onderwijs zo inrichten dat ze op een doelgerichte en samenhangende manier aan deze doelen werken. Er is echter geen verplichting om alle functionele kerndoelen op leerlingniveau te behalen. Het kan namelijk zijn dat een leerling niet alle kerndoelen kan behalen. Dan kan de school afwijken van de functionele kerndoelen en vervangende doelen opstellen. De school legt dit vast in het ontwikkelingsperspectief (OPP) van de leerling.
We beschrijven de functionele kerndoelen vanuit hoge verwachtingen. Ze zijn het uitgangspunt voor het inrichten van het onderwijsprogramma, maar gelden als ‘na te streven inhoudelijke doelstellingen’, waarbij het aan de school is om te beoordelen welk doel passend, haalbaar en uitdagend genoeg is voor een leerling.
Kerndoelen gelden voor leerlingen in het po en vo.
Voor leerlingen in het so die zeer moeilijk leren en/of meervoudig beperkt zijn gelden de functionele kerndoelen. Leerlingen in het so die doorstromen naar vervolgonderwijs volgen onderwijs op basis van dezelfde kerndoelen als leerlingen in het po.
Voor het sbo is er geen aparte set kerndoelen. Scholen in het sbo vallen onder de Wet op het primair onderwijs en werken in principe met dezelfde kerndoelen als het basisonderwijs. De wet biedt ruimte om hier beredeneerd van af te wijken, zodat scholen beter kunnen aansluiten bij de onderwijsbehoeften van leerlingen. In de praktijk combineren sbo-scholen de kerndoelen po met de functionele kerndoelen die passen bij de mogelijkheden en ontwikkelperspectieven van hun leerlingen.
Voor leerlingen in het vso die onderwijs die uitstromen naar dagbesteding of arbeidsmarkt zijn twee afzonderlijke sets functionele kerndoelen. Leerlingen in het vso die doorstromen naar vervolgonderwijs volgen dezelfde kerndoelen als leerlingen in het vo.
Voor het praktijkonderwijs is geen aparte set kerndoelen, omdat deze scholen onder de Wet op het voortgezet onderwijs vallen. Daarom volgen zij in principe de kerndoelen vo. De wet biedt de mogelijkheid hier beredeneerd van af te wijken. In de praktijk werken scholen voor praktijkonderwijs daarom met zowel de kerndoelen vo als de functionele kerndoelen, afhankelijk van het uitstroomprofiel van de leerling.
De huidige kerndoelen zijn sinds 2006 van kracht. Ze zijn globaal geformuleerd en bieden weinig houvast aan scholen en leraren. Er is een wens voor meer concrete formuleringen, samenhang, terugdringen van overladenheid en het versterken van doorlopende leerlijnen. Daarnaast zijn er onderwijskundige, vakspecifieke en maatschappelijke ontwikkelingen die vragen om een actualisatie van de kerndoelen.
SLO heeft de definitieve conceptkerndoelen voor negen leergebieden in november 2025 opgeleverd aan het ministerie van OCW. De inwerkingtreding van de verschillende kerndoelen gaat in fases.
Ook al staan de nieuwe kerndoelen nog niet in de wet, scholen kunnen natuurlijk al wel vooruitkijken en zich voorbereiden. In augustus 2031 moeten alle scholen onderwijs realiseren dat gebaseerd is op de nieuwe kerndoelen. Dan start ook het handhavend toezicht op de nieuwe kerndoelen door de Inspectie van het Onderwijs. De inspectie moedigt scholen en besturen aan om zo snel als mogelijk met de nieuwe kerndoelen te gaan werken.
De opgave zal voor iedere school anders zijn. In de nieuwe kerndoelen zijn onderwijskundige inzichten en maatschappelijke ontwikkelingen verwerkt, zodat de wettelijke kaders weer actueel zijn en passen bij wat leerlingen nodig hebben om nu en in de toekomst deel te kunnen nemen aan en een actieve bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij.
Veel van die recente inzichten en ideeën zijn bij scholen al bekend en zijn al verwerkt in schooleigen curricula. In dat opzicht zijn de geactualiseerde kerndoelen dus niet ‘nieuw’- wel nieuw is dat deze inzichten verwerkt zijn in de wettelijke kerndoelen en daarmee dus de opdracht gaan vormen voor alle scholen in Nederland.
Scholen die de recente inzichten en ideeën al hebben verwerkt, zijn waarschijnlijk al een eind op weg om onderwijs te realiseren waarmee de kerndoelen kunnen worden behaald. Voor andere scholen zal de opgave groter zijn.
De nieuwe kerndoelen zijn geordend in negen leergebieden. Hoe scholen de kerndoelen naar onderwijs vertalen en binnen welke leergebieden of vakken dat gebeurt, kunnen de scholen zelf beslissen. De nieuwe kerndoelen beschrijven in ieder geval waar leerlingen mee in aanraking moeten komen, welke inspanning er van hen wordt verwacht met het oog op kennis en ervaringen en wat ze uiteindelijk moeten beheersen.
De kerndoelen nodigen uit om een vertaling te maken naar samenhangend en betekenisvol onderwijs. In de karakteristiek van elk leergebied maken we de verbanden tussen de kerndoelen zoveel mogelijk expliciet. Ook benadrukken we de samenhang tussen inhouden van verschillende leergebieden. Zo bieden de kerndoelen scholen handvatten om de inhouden in samenhang aan te bieden. Het is aan scholen zelf om een eventuele samenhang tussen leergebieden naar het onderwijs op de school te vertalen, omdat de kerndoelen geen leerstof per schooljaar en ook geen vorm van pedagogiek, didactiek of onderwijstijd voorschrijven.
De nieuwe kerndoelen voor po en onderbouw vo hebben we ontwikkeld met het oog op een ononderbroken ontwikkeling voor leerlingen. Inhouden uit de kerndoelen voor vo bouwen daarom voort op de inhouden uit de kerndoelen voor het po.
Hetzelfde geldt voor de aansluiting van de kerndoelen onderbouw vo op de examenprogramma’s, waarbij de examenprogramma’s voortbouwen op de inhouden uit de kerndoelen voor de onderbouw van het vo. Zo zorgen we voor een goede aansluiting en voorkomen we hiaten.
De nieuwe kerndoelen zijn ontwikkeld met het oog op een ononderbroken ontwikkeling voor leerlingen. Tijdens het ontwikkelproces heeft daarom afstemming plaatsgevonden met de vakvernieuwingscommissies die momenteel de examenprogramma's actualiseren. De examenprogramma’s (in ontwikkeling) bouwen voort op de inhouden uit de kerndoelen voor de onderbouw vo. Zo zorgen we voor een goede aansluiting en voorkomen we hiaten.
Wanneer scholen aan de slag gaan met de implementatie van de kerndoelen ondersteunen we dit proces op verschillende manieren.
Leerlijnen
We ontwikkelen leerlijnen die scholen inspireren en grip geven wanneer ze aan de slag gaan met de nieuwe kerndoelen. Ze laten zien hoe scholen bewust keuzes kunnen maken bij het vertalen van de kerndoelen naar hun eigen onderwijsaanbod. De leerlijnen hebben geen wettelijke status.
Voorbeelden en materialen
We ontwikkelen praktische voorbeelden en bieden materialen en tools om in gesprek te gaan met het team over het curriculum op school.
Samenwerking
We werken samen met partners aan activiteiten waarmee zij scholen ondersteunen bij de implementatie. We delen hierbij onze kennis en expertise.
Op onze aan de slag-pagina vinden scholen meer informatie, voorbeelden en materialen om de kerndoelen te vertalen naar een schooleigen curriculum.
Er zijn drie typen doelen. Samen zorgen ze voor een evenwichtige balans tussen aanbod, beheersing en ervaring:
Aanbodsdoelen richten zich op de school als actor. Ze beschrijven waar een school in haar onderwijsaanbod voor moet zorgen en schetsen de randvoorwaarden die noodzakelijk zijn om de totale set kerndoelen te kunnen bereiken.
Beheersingsdoelen zijn gericht op de leerling als actor. Ze beschrijven de kennis en vaardigheden die leerlingen moeten beheersen. Het gaat om
gedrag dat een leerling daadwerkelijk kan laten zien of toepassen.
Ervaringsdoelen zijn eveneens gericht op de leerling als actor, maar hebben een ander karakter. Zij beschrijven welke inspanning of betrokkenheid van leerlingen wordt verwacht met het oog op ervaringen en expressieve reacties. Het gaat om het opdoen van ervaringen die de horizon van leerlingen verbreden, hun kennis verdiepen of bijdragen aan persoonlijke inzichten en waardenontwikkeling.
Soms worden elementen van beheersing en ervaring gecombineerd in een hybride doel. In die gevallen gaat het er niet alleen om dat leerlingen iets kunnen, maar ook dat ze een ervaring opdoen die hun motivatie, reflectie of creativiteit stimuleert
Een kerndoel begint met een kernzin die kort aangeeft wat het doel inhoudt. Daaronder volgen doelzinnen waarin staat wie de actor is (de school of de leerling), welke activiteiten, handelingen of ervaringen verwacht worden en op welke inhoud dit betrekking heeft. Vervolgens geven we een puntsgewijze uitwerking van de doelzinnen onder de noemer ‘het gaat hierbij om…’.
Ja, ook met de nieuwe kerndoelen blijft er ruimte voor de eigen schooldoelen. De kerndoelen zijn zo geformuleerd dat ze voldoende richting geven om alle leerlingen dezelfde basis mee te geven, maar ook ruimte laten voor scholen en leraren om eigen keuzes te maken. Leraren en scholen behouden hun professionele vrijheid om de kerndoelen op een manier in te vullen die past bij de schoolvisie, hun leerlingen en de context.
De kerndoelen vereisen ongeveer 70% van de onderwijstijd, zodat alle leerlingen de gemeenschappelijke basis kunnen verwerven. Circa 30% vrije ruimte blijft over voor eigen accenten, schoolprofielen of lokale thema’s.
Wanneer de kerndoelen wettelijk vastgesteld zijn, gelden deze doelen voor alle scholen in Nederland. Dat betekent dat in principe alle leerlingen hiermee te maken krijgen. Keuzes over de inrichting, didactiek en pedagogiek van onderwijs blijven natuurlijk aan scholen zelf.
Kerndoelen zijn de opdracht aan scholen. Dat betekent dat iedere school verplicht is het onderwijs zo vorm te geven dat leerlingen deze doelen kunnen bereiken. We noemen dit het beoogde curriculum op landelijk niveau.
Voor leerlingen in het so die zeer moeilijk lerend zijn en/of een meervoudige beperking hebben, of leerlingen in het vso die uitstromen naar dagbesteding of arbeidsmarkt, ontwikkelt SLO functionele kerndoelen. Scholen moeten het onderwijs zo inrichten dat ze op een doelgerichte en samenhangende manier aan deze doelen werken. Er is echter geen verplichting om alle functionele kerndoelen op leerlingniveau te behalen. Het kan namelijk zijn dat een leerling niet alle kerndoelen kan behalen. Dan kan de school afwijken van de (functionele) kerndoelen en vervangende doelen opstellen. De school legt dit vast in het ontwikkelingsperspectief (OPP) van de leerling.
examenprogramma's
Een examenprogramma is een bij wet- en regelgeving vastgelegd curriculumdocument, dat voor een vak beschrijft wat er aan het einde van het voortgezet onderwijs bereikt moet zijn om het vak met succes af te ronden. De geactualiseerde examenprogramma's beschrijven dat in termen van beheersing en/of ervaring . Het omvat in elk geval een karakteristiek en een set van eindtermen geordend in (sub)domeinen. Indien sprake is van een centraal- en schoolexamen, bevat het examenprogramma ook een verdeling van inhoud over het centraal en schoolexamen.
De actualisatie van de examenprogramma’s start met de vakken met de hoogste prioriteit. Dit zijn: Nederlands, moderne vreemde talen (Engels, Duits, Frans, Spaans), wiskunde havo en vwo, natuurwetenschappelijke vakken en maatschappijleer.
Omwille van de samenhang met Nederlands en de moderne vreemde talen, is in januari 2023 ook de actualisatie van Fries, klassieke talen en de moderne vreemde talen Arabisch, Chinees, Italiaans, Russisch en Turks gestart.
De actualisatie voor de vakken Nederlands, moderne vreemde talen (Engels, Duits, Frans, Spaans), wiskunde havo en vwo, natuurwetenschappelijke vakken en maatschappijleer is in voorjaar 2022 gestart. In januari 2023 start, omwille van de samenhang, ook de actualisatie van Fries, klassieke talen en de moderne vreemde talen Arabisch, Chinees, Italiaans, Russisch en Turks.
De actualisatie van examenprogramma’s start met de vakken met de hoogste prioriteit; de examenprogramma’s die het meest verouderd zijn. Deze vakken zijn urgent bevonden door onder andere vakverenigingen, vervolgonderwijs en de Tweede Kamer. Zie voor meer informatie de brief van de minister van basis- en voortgezet onderwijs met de formele opdracht aan SLO.
De actualisatie voor de vakken Nederlands, moderne vreemde talen (Engels, Duits, Frans, Spaans), wiskunde havo en vwo, natuurwetenschappelijke vakken en maatschappijleer is in voorjaar 2022 gestart. Omwille van de samenhang met Nederlands en de moderne vreemde talen, is in januari 2023 ook de actualisatie van Fries, klassieke talen en de moderne vreemde talen Arabisch, Chinees, Italiaans, Russisch en Turks gestart.
In opdracht van het ministerie worden vanaf schooljaar 2023-2024 voorbereidingen getroffen om ook de examenprogramma’s van andere vakken geactualiseerd. Besluitvorming daarover moet nog plaatsvinden.
In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs zijn digitale geletterdheid en burgerschap geen bestaande vakken. Daarom worden burgerschap en digitale geletterdheid in eerste instantie ondergebracht bij de verschillende vakgebieden. De vakvernieuwingscommissies krijgen hier gerichte werkinstructies voor aangeboden, zodat het totaal dekkend is voor de inhouden van deze nieuwe leergebieden. Zie Startnotitie digitale geletterdheid en Startnotitie burgerschap. Ook zal er vakspecifieke expertise beschikbaar worden gesteld, zodat de inhouden geborgd zijn binnen het landelijke curriculum.
Het ministerie van OCW geeft opdracht tot het actualiseren van de examenprogramma’s en heeft de uitgangspunten en kwaliteitscriteria vastgesteld in een werkopdracht aan SLO. Vakvernieuwingscommissies van leraren, vakinhoudelijke experts en curriculumexperts gaan in samenwerking met advieskringen werken aan de volgende tussenproducten:
- Karakteristiek per vak
- Raamwerk van concepteindtermen per vak
- Uitwerking selecties van concepteindtermen per vak
- Uitwerking volledige set concepteindtermen en verdeling (centraal examen en schoolexamen voor vakken met een centraal examen
- Conceptexamenprogramma’s per vak en een toelichtingsdocument met verantwoording van keuzes.
De vakvernieuwingscommissies krijgen bij aanvang een startnotitie. Startnotities per vak beschrijven de probleemanalyse, relevante ontwikkelingen in onderwijsbeleid en -onderzoek, het onderwijsveld en de samenleving in relatie tot het curriculum. De startnotities zijn opgesteld door SLO samen met vakexperts, docenten, vakdidactici en toetsdeskundigen. Na oplevering van de conceptexamenprogramma's zullen de programma's met het veld worden beproefd en op basis van de inzichten daaruit worden geactualiseerd.
Nadat de conceptexamenprogramma’s gevalideerd en in praktijk beproefd zijn, worden handreikingen opgeleverd die scholen gebruiken bij het ontwikkelen van schoolexamens. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de schoolexamens. Als het vak ook een centraal examen kent, worden daarnaast voorschrijvende syllabi opgeleverd die de doelen specificeren die zijn toegeschreven aan het centraal examen. Deze syllabi dienen als basis voor de uitwerking van de centrale examens. Ook helpt het leraren hun leerlingen goed voor te bereiden op de examens.
Elke vakvernieuwingscommissie heeft maximaal 24 maanden om de nieuwe conceptexamenprogramma’s voor het betreffende vak of cluster van vakken op te leveren. De conceptexamenprogramma’s voor de vakken Nederlands, moderne vreemde talen, wiskunde, natuurwetenschappelijke vakken en maatschappijleer zullen in maart 2024 gereed zijn. Daarna worden deze conceptexamenprogramma’s beproefd op bruikbaarheid en effectiviteit in de praktijk.
De vakvernieuwingscommissies Nederlands en wiskunde havo-vwo verkennen hoe het Referentiekader Taal en Rekenen zich verhoudt tot de conceptexamenprogramma's. De commissies adviseren vervolgens over de functie en bruikbaarheid van het Referentiekader voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. De examenprogramma's wiskunde vmbo die in najaar 2022 worden opgeleverd, zullen in deze verkenning worden meegenomen.
Bij een cluster van vakken is er per vak een kernteam binnen de vakvernieuwingscommissie. Daarnaast is er een vakoverstijgende werkgroep voor de onderwerpen die in de examenprogramma’s van meerdere vakken van dat cluster terugkomen, vakoverstijgende onderdelen en het hanteren van eenduidige omschrijvingen.
Vakverenigingen hebben een actieve rol bij de actualisatie van examenprogramma’s. Bij de werving en selectie van leden van de vakvernieuwingscommissies, als onderdeel van de advieskring van elk vakgebied en bij de toetsing van de conceptexamenprogramma’s. Omdat er een groot beroep wordt gedaan op de inzet van vakverenigingen stelt het ministerie van OCW een subsidie beschikbaar om dit te kunnen organiseren.
De advieskring geeft feedback en reflecteert op de (tussen-)producten. De advieskring bestaat per vak uit:
- Vertegenwoordigers van organisaties, instellingen en netwerken relevant voor het vak. Zij reflecteren op vaste momenten op tussenproducten en halen feedback op in hun achterban. Dit zijn bijvoorbeeld vakverenigingen, lerarenopleidingen, vervolgopleidingen en maatschappelijke organisaties.
- Experts met toetsexpertise van het College voor Toetsen en Examens en Stichting Cito vanuit hun specifieke en wettelijke taak in de keten. Zij geven advies over de toetsbaarheid van de inhouden en eventuele toetsvormen binnen het conceptexamenprogramma.
Daarnaast raadplegen de vakvernieuwingscommissies experts op persoonlijke titel. Per vak zijn een aantal experts hier vooraf voor gevraagd en gedurende het vernieuwingstraject kunnen de commissies aanvullend ook andere experts bevragen.
Meer informatie per vak of vakgebied is te vinden op de webportals:
- Nederlands: https://www.actualisatiene.nl/
- Moderne vreemde talen: https://www.actualisatiemvt.nl/
- Wiskunde: https://www.actualisatiewis.nl/
- Natuurwetenschappelijke vakken: https://www.actualisatienwv.nl/
- Maatschappijleer: https://www.actualisatieml.nl/
- Fries: www.actualisatiefr.nl
- Klassieke talen: www.actualisatiekt.nl