Publicaties
verfijn de resultaten
Zoeken in de index
De inhouden van de kijkwijzers taalgericht vakonderwijs geven handen en voeten aan taalgericht vakonderwijs. Inzet van taalgericht vakonderwijs stimuleert dat leerlingen gemotiveerder vakinhouden leren en tegelijk hun taalvaardigheid verbeteren.
De huidige vakkenstructuur wiskunde op de havo en in het vwo levert een aantal nadelen op voor leerlingen, leraren, decanen, schoolleiders en medewerkers van vervolgopleidingen. Zo concludeerden eerder de Nederlandse Vereniging voor Wiskundeleraren, de commissie Onderwijs van Platform Wiskunde Nederland en de Commissie Toekomst Wiskundeonderwijs. Naar aanleiding hiervan hebben de NvvW en SLO de knelpunten van de huidige vakkenstructuur geïnventariseerd. Dit zijn bijlagen bij het rapport.
De huidige vakkenstructuur wiskunde op de havo en in het vwo levert een aantal nadelen op voor leerlingen, leraren, decanen, schoolleiders en medewerkers van vervolgopleidingen. Zo concludeerden eerder de Nederlandse Vereniging voor Wiskundeleraren, de commissie Onderwijs van Platform Wiskunde Nederland en de Commissie Toekomst Wiskundeonderwijs. Naar aanleiding hiervan hebben de NvvW en SLO de knelpunten van de huidige vakkenstructuur geïnventariseerd.
Deze handreiking beschrijft twee lessen rondom spreken en gesprekken voeren die ingezet kunnen worden om te werken aan de mondelinge taalvaardigheid van leerlingen. De ontwikkelde taken sluiten qua vorm en inhoud aan bij de toetstaken die gebruikt zijn in de peiling Mondelinge taalvaardigheid aan het einde van het speciaal (basis)onderwijs. Ze zijn echter aangepast aan de context van de lespraktijk en voorzien van een lesbeschrijving en leerlingmateriaal. In de les over gesprekken voeren lossen de leerlingen gezamenlijk een probleem op. Ze gaan met elkaar in overleg om meningen en argumenten uit te wisselen en om elkaar advies te geven. In de les over spreken vertellen leerlingen elkaar een verhaal dat ze zelf hebben voorbereid.
Deze praktische handreiking voor schrijfvaardigheidsonderwijs is gericht op leerkrachten van de midden- en bovenbouw van het (speciaal) basisonderwijs. De handreiking wil een impuls geven aan de inbedding van het schrijfonderwijs in het taalbeleid van de school. Met behulp van drie afzonderlijk te gebruiken hoofdstukken kunnen leerkrachten keuzes maken welke aspecten van het schrijfonderwijs op hun school het meest relevant zijn om aan te pakken. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere doelen en doorgaande leerlijnen, leeractiviteiten voor schrijven en het volgen van de schrijfvaardigheidsontwikkeling en het beoordelen van teksten. Aan het eind van elk hoofstuk zijn praktische suggesties en leestips opgenomen. Aanleiding voor de handreiking is het peilingsonderzoek schrijfvaardigheid dat de Inspectie voor het Onderwijs in 2019 uitvoerde onder 95 basisscholen en 37 sbo-scholen.
Veel kleutergroepen en voorschoolse voorzieningen werken graag met thema’s. Om te zorgen dat kinderen optimaal spelend leren, is het belangrijk dat de thema’s goed aansluiten op hun belevingswereld. Beredeneerd werken met een thema (thematiseren) helpt om kinderen te motiveren en hen nieuwsgierig te maken.
Leraren uit het primair en voortgezet onderwijs nemen graag aanbod af van culturele instellingen. Met hun leerlingen bezoeken ze musea of culturele plekken en ze gebruiken(digitaal) lesaanbod van de instellingen op verschillende manieren in hun lessen. Ontwikkelaars en aanbieders van cultureel lesmateriaal willen graag dat het onderwijs hun materialen gebruikt. Maar hoe kunnen zij hun aanbod zo goed mogelijk laten aansluiting bij de doelen van de verschillende vakken en/of leergebieden? De zes scenario’s in deze handreiking schetsen de mogelijke rollen van de leraar als gebruiker van cultureel erfgoed. Elk scenario helpt de aanbieders van cultureel erfgoed om met de leraar in gesprek te gaan over de beste manier waarop hun aanbod aan kan sluiten bij de vraag van de scholen.
Sinds schooljaar 2018-19 werken scholen met het vernieuwde examenprogramma voor bedrijfseconomie. SLO volgt de invoering van het nieuwe programma in een meerjarig monitoringprogramma. In de startmeting stonden centraal de voorbereiding op het nieuwe programma en de eerste indrukken van docenten. In dit rapport zijn de resultaten van de tweede meting beschreven. Hierin ligt meer de nadruk op het nieuwe programma wordt ervaren door zowel de docenten als de leerlingen.
Aandacht voor financiële redzaamheid is nodig in het onderwijs. In de snel veranderende en digitale maatschappij wordt het steeds belangrijker dat leerlingen essentiële (financiële) vaardigheden ontwikkelen zodat ze weloverwogen keuzes kunnen maken. Speciale aandacht is daarbij nodig voor leerlingen in het praktijkonderwijs en vmbo-bb/kb. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) heeft leerdoelen en competenties voor jongeren geformuleerd over het omgaan met geld. In deze publicatie koppelen we die leerdoelen en competenties aan executieve vaardigheden, zoals goed plannen en het leren beheersen van je impulsen. Die zijn immers cruciaal bij het voorkomen van schulden en het zicht houden op je inkomsten en uitgaven. Zo ontstaan handvatten die leraren kunnen gebruiken om de financiële redzaamheid van hun leerlingen te bevorderen zodat ze beter de regie over hun eigen (financiële) leven kunnen voeren.
In het schoolvak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) staat 'kunst actief meemaken' voorop. Maar wat gebeurt er in de praktijk om dit te realiseren? Op welke manier doen leerlingen bijvoorbeeld nieuwe kunstervaringen op? Hoe maken zij bij dit vak een cultureel groeiproces door? En hoe begeleiden en bewaken hun docenten CKV dit proces? SLO heeft in opdracht van Ministerie van OCW de Monitor CKV uitgevoerd om zicht te krijgen op hoe het vernieuwde examenprogramma CKV tijdens de lessen wordt uitgevoerd en ervaren. In 2018 zijn de ervaringen van docenten onderzocht en is hen ook gevraagd naar hoe zij dachten dat hun leerlingen dit vak ervaren. In de meting van 2019 zijn de docenten opnieuw bevraagd maar komen ook de leerlingen zelf aan het woord. De resultaten van die tweede meting zijn te vinden in dit rapport.