Publicaties
verfijn de resultaten
Zoeken in de index
aantal resultaten: 80
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor taal uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, leerroutes bij de doelenlijsten, en profielschetsen van de drie doelgroepen.
26 januari 2015
Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van het kiezen van een passend onderwijsaanbod voor elke leerlinge de referentieniveaus voor taal uitgewerkt
26 januari 2015
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor taal uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, leerroutes bij de doelenlijsten, en profielschetsen van de drie doelgroepen.
26 januari 2015
SLO onderzoekt sinds enkele jaren de mogelijkheden om de schakelfunctie van de theoretische leerweg van het vmbo naar zowel havo als mbo te verbeteren. Deze publicatie onderzoekt hoe leerlingen specifiek voorbereid kunnen worden binnen het vak Nederlands. Aan de orde komt welke hiaten in de basiskennis worden geconstateerd en waar de oorzaken daarvan kunnen liggen. Verder zijn twee veelgebruikte leergangen geanalyseerd, waarbij is gekeken in hoeverre deze zorgen voor een goede aansluiting, dan wel problemen kunnen geven voor doorstromende leerlingen. Ten slotte worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan voor een doorlopende leerlijn Nederlands.
23 januari 2015
Is havo Engels goed genoeg voor het hbo? : een verkennend onderzoek naar mogelijke aansluitproblemen
Het onderwerp van deze publicatie is het vak Engels als schakel in de aansluitingsketen havo - hbo. Aan de hand van deskresearch, interviews met docenten en enquêtes onder leerlingen, in zowel hbo-instellingen als op toeleverende havo-scholen, is nagegaan of er sprake is van aaansluitingsproblematiek, en zo ja welke. Geconcludeerd wordt dat wat bij het vak Engels een goede aansluiting het meest in de weg staat, niet zozeer de taalbeheersing van de leerling is, maar het ontbreken van afstemming tussen de accenten die het voortgezet- en het vervolgonderwijs leggen in die taalbeheersing, èn de toenemende discrepantie in taaldidactiek.
23 januari 2015
Dit vakdossier bevat een beschrijving van de stand van zaken van Engels in het basisonderwijs (Eibo).Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van de beleidsontwikkelingen en gaat in op de verschillende generaties kerndoelen. In hoofdstuk 2 wordt de lespraktijk beschreven. Wanneer starten scholen met Engels, hoeveel tijd wordt er wekelijks aan besteed, hoe wordt Engels gegeven, met welk materiaal en welke toetsen? Hoofdstuk 3 gaat in op de opleiding en toerusting van leerkrachten, zowel wat de didactische als de linguïstische vaardigheden betreft waarover huidige en toekomstige leerkrachten bij voorkeur zouden moeten beschikken.Hoofdstuk 4 belicht de tendens om eerder dan in groep 7 met Engels te starten en wat dit betekent, onder andere met het oog op doorstroming naar het voortgezet onderwijs.Hoofdstuk 5, ten slotte, plaatst de stand van zaken wat betreft Eibo in internationaal perspectief en doet enkele aanbevelingen om de kwaliteit van de praktijk van Eibo te verbeteren.
22 januari 2015
Deze publicatie doet verslag van een onderzoek dat in 2013 is uitgevoerd onder studenten en docenten van een viertal mbo-opleidingen. Doel was een nadere verkenning van de aansluiting tussen vmbo-tl en mbo voor Engels. Er is met name gevraagd naar de ervaringen en waarnemingen van de betrokkenen: wat verwachten eerstejaarsstudenten van de aansluiting, hoe hebben tweedejaarsstudenten de aansluiting ervaren en wat zijn de waarnemingen en ervaringen van docenten?
22 januari 2015
Het KNAW-rapport Digitale geletterdheid in het voorgezet onderwijs constateert dat de digitale geletterdheid van leerlingen sterk verbeterd moet worden. SLO en het ministerie van OCW onderschrijven de noodzaak voor aandacht voor dit onderwerp in het funderend onderwijs, gezien de steeds meer ‘medialiserende’ en digitaliserende wereld waarin wij leven. De vraag is echter wat er precies wordt bedoeld met digitale geletterdheid, welke aspecten daarvan wenselijk worden gevonden voor het onderwijs en welke plaats dat zou moeten hebben in het curriculum. Digitale geletterdheid wordt vaak in verband gebracht met 21e eeuwse vaardigheden. Ook zijn er andere verwante begrippen zoals mediawijsheid, informatievaardigheden, ICT-vaardigheden, computational thinking, advanced skills, informatiekunde en informatica. De vraag is hoe deze begrippen te duiden zijn en wat overeenkomsten en verschillen zijn. Het ministerie van OCW heeft SLO gevraagd de begrippen te verhelderen en met elkaar in verband te brengen.
21 januari 2015
Het huidige onderwijsdebat richt zich onder meer op de vraag welke kennis en vaardigheden van belang zijn om leerlingen voor te bereiden op een snel veranderende maatschappij. Veel van deze vaardigheden worden samengevat onder de noemer ‘21e eeuwse vaardigheden’. Het betreft generieke vaardigheden en daaraan te koppelen kennis, inzicht en houdingen die nodig zijn om te functioneren in, en bij te dragen aan de toekomstige samenleving. Het Ministerie van OCW heeft SLO gevraagd te onderzoeken wat deze vaardigheden precies inhouden en in hoeverre ze aandacht krijgen c.q. zouden moeten krijgen in het funderend onderwijs (het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs). Daarbij is gevraagd specifiek aandacht te besteden aan digitale geletterdheid. De conclusie van het onderzoek is dat de 21e eeuwse vaardigheden weinig doelgericht en structureel aan de orde komen in het huidige curriculum voor het funderend onderwijs. Het rapport beveelt aan de positie van de vaardigheden in het beoogde en uitgevoerde curriculum te versterken en ze een meer zichtbare plek in de landelijke leerplankaders te geven.
21 januari 2015
In opdracht van en in samenwerking met de Stuurgroep Watereducatie is een curriculumvoorstel watereducatie ontwikkeld met als doel het thema water in het basis- en het voortgezet onderwijs een meer vanzelfsprekende plaats te geven. Het curriculumvoorstel biedt een inhoudelijke prioritering van de vele mogelijke aspecten die aan het thema water zijn te onderscheiden. Het is bedoeld als een landelijk schooloverstijgend kader, dat uitnodigt en inspireert tot uitwerkingen op school- en klasniveau, waarbij wordt uitgegaan van eigen keuzes, inspanningen en profilering van scholen. Op basis van dit curriculumvoorstel kunnen concretere lessenplannen ontwikkeld worden in samenwerking met scholen, waterschappen en (regionale) partners. Met dit voorstel, waarin doelen en inhouden op macroniveau zijn beschreven, kunnen samenhangende keuzes voor inhouden, leermiddelen en didactiek gemaakt worden.
3 augustus 2012