Publicaties
verfijn de resultaten
Zoeken in de index
aantal resultaten: 46
De referentieniveaus beschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen op verschillende momenten in hun onderwijsloopbaan. Voor het primair onderwijs zijn twee niveaus beschreven: streefniveau 1S en fundamenteel niveau 1F. Niveau 1S moet door het grootste gedeelte van de leerlingen bereikt worden aan het eind van het basisonderwijs. Als op een verantwoorde manier wordt vastgesteld dat het aanbod op niveau 1S te hoog is en de leerling deze doelen niet zal halen, kunnen leraren deze leerling laten werken naar niveau 1F. De voorliggende checklist helpt intern begeleiders (en leraren) om een zorgvuldige afweging te maken bij de keus om het 1S-rekenniveau los te laten en te werken naar niveau 1F.
23 januari 2012
Leerlingen moeten in hun schoolloopbaan al op vrij jonge leeftijd belangrijke keuzes maken en blijven daarmee ook in hun latere loopbaan geconfronteerd. Een goede loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) draagt bij aan het voorkomen van schooluitval (bij de overgang naar het mbo of later in het mbo) en onnodig switchen van opleiding. De wettelijke verplichting tot het aanbieden van LOB zorgde bij vmbo-scholen tot organisatorische problemen. Daarom is in 2005 de vmbo Carrousel. ontstaan. In dit samenwerkingsverband komen leerlingen gecoördineerd in aanraking met de beroepspraktijk van de verschillende instellingen in de sector Zorg en Welzijn. Deze publicatie onderzoekt hoe de vmbo Carrousel opgenomen kan worden in een leerroute LOB voor de basis- en kadergerichte leerweg.
21 september 2009
Beschrijving van het onderwijssysteem in Nederland van primair onderwijs tot en met hoger beroepsonderwijs.. Er wordt vooral aandacht geschonken aan ontwikkelingen binnen het onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeftes en aan de brede thematiek van sociaal culturele diversiteit.
24 november 2008
SLO heeft vanuit een leerplankundig perspectief de mogelijkheden en problemen onderzocht, die scholen ervaren bij de vormgeving van de integratie van kinderen met speciale onderwijsbehoeftes in het regulier basisonderwijs in Nederland, Vlaanderen, Denemarken en Engeland. Scholen blijken redelijk tot goed in staat om leerlingen met lichte beperkingen te integreren, maar het stokt als het bijvoorbeeld gaat om leerlingen met gedragsproblemen, matige tot zware leerproblemen of meervoudige beperkingen. In gesprek met buitenlandse beleidsmakers lijkt het alsof inclusie in het onderwijs daar al helemaal is ingevoerd. Na een bezoek aan de scholen blijkt echter dat ze met dezelfde problematiek worstelen als in Nederland.
24 november 2008
‘Doe maar gewoon’, dat is wat de meeste leerlingen in het voortgezet onderwijs willen. Leerlingen met een beperking in welke vorm dan ook, zijn hierop geen uitzondering.Door de leerlinggebonden financiering (het rugzakje) hebben ook leerlingen met een beperking de mogelijkheid om een reguliere school te bezoeken en dat gebeurt ook steeds meer. Leerlingen krijgen hiermee de kans tussen ‘gewone’ leerlingen op te groeien die ook zo hun problemen hebben en er oplossingen voor zoeken.In deze publicatie wordt verslag gedaan van een studie, waarin is gekeken naar de mate van succesvolheid van de integratie van deze leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs. Hoe gaat het met de betreffende leerlingen en waar lopen docenten tegenaan? Zijn ouders tevreden en zijn scholen voldoende in staat de juiste randvoorwaarden te creëren? Door middel van gesprekken met leerlingen, ouders en met de mensen op de scholen proberen de auteurs inzicht te krijgen in de mogelijkheden en problemen die leerlingen met een 'rugzakje', hun ouders en de scholen ervaren in het voortgezet onderwijs. Binnen het onderzoek ligt de focus op leerplankundige implicaties en uitdagingen.
24 november 2008
Van scholen en leerkrachten wordt steeds meer maatwerk verwacht dat recht doet aan verschillen tussen leerlingen. Actueel is de brede maatschappelijke ontwikkeling waarin gestreefd wordt naar integratie van leerlingen met een handicap in het reguliere onderwijs. Maar hoe werkt dit in de praktijk? Hoe komen leerkrachten tot een curriculum dat op maat is van leerlingen? Waar lopen zij daarbij tegenaan? Hoe zou dit beter kunnen? Deze vragen vormden de aanleiding voor het onderzoek 'samen leren maar op maat van de leerling'. In dit onderzoek staat de rol van de leerkracht als vormgever van het curriculum centraal. Om de vraagstelling nader te verkennen is gebruik gemaakt van interviews, lesobservaties en documentanalyses, uitgevoerd op acht basisscholen. Uit het onderzoek blijkt dat het ontbreekt aan een goede toerusting, zowel materieel als in expertise. Een goede toerusting van leraren zal in elk geval betrekking moeten hebben op een samenspel van deskundigheidsbevordering, schoolontwikkeling en leerplanontwikkeling.
24 november 2008