Zoeken
verfijn de resultaten
aantal resultaten: 1622
In dit rapport adviseert de Verkenningscommissie Kunstvakken over de vraag hoe de kunstvakken als examenvakken in de bovenbouw havo en vwo in de toekomst op eenduidige wijze verankerd kunnen worden. Ook doet zij aanbevelingen om tot een duurzame positionering van de kunstvakken in het voortgezet onderwijs te komen. De commissie gaat uit van één kerncurriculum voor alle kunstvakken. Dit kerncurriculum is te beschouwen als globale kennisbasis voor alle kunstdisciplines en voor alle drie de componenten van het examenprogramma, namelijk vakpraktijk, vaktheorie en kunst en cultuur van de 20ste en 21ste eeuw .
9 juli 2012
In enkele recente onderzoeken komt naar voren dat de aansluiting tussen de theoretische leerweg en havo op verschillende aspecten voor verbetering vatbaar is. Deze literatuurstudie onderzoekt de wenselijkheid en mogelijkheid van een geïntegreerde leerroute theoretische leerweg - havo. Deze - nieuw te ontwikkelen - leerroute zal een doorlopende opleiding theoretische leerweg (tl) - havo onder één dak kunnen zijn, waarbij de leerlingen in zes jaar zowel een tl- als een havodiploma behalen.De havoleerstof kan geleidelijk in het curriculum van de tl worden ingebouwd, de vakkenpakketkeuze in de tl zal er (vooral) plaatsvinden in het perspectief van de profielkeuze havo, loopbaanoriëntatie- en begeleiding (LOB) zal mede worden ingezet om leerlingen meer praktijk- en ervaringsgericht te laten leren, terwijl tegelijkertijd het programma van de 'havo top' gerichter afgestemd kan worden op de gewenste kennis, vaardigheden en competenties van het hbo.
9 juli 2012
De experimentele examenprogramma’s wiskunde 2014, zoals ontwikkeld door cTWO, vormden de grondslag voor de examenpilots die in het schooljaar 2009-2010 van start gingen in de vierde klassen van in totaal zestien pilotscholen voor havo en vwo. Deze pilots zijn onderworpen aan een onafhankelijke, meerjarige curriculumevaluatie, uitgevoerd door SLO in opdracht van het ministerie van OCW en in afgestemd met cTWO. De evaluatie richtte zich op beantwoording van de volgende algemene hoofdvraag: In hoeverre heeft de vernieuwing geresulteerd in voor pilotdocenten en -leerlingen haalbare en uitvoerbare wiskundeprogramma's? De evaluatierapportage in zijn geheel omvat, naast een samenvattend eindrapport, zeven deelrapportages over de examenpilots wiskunde A, B en D voor havo en wiskunde A, B, C en D voor vwo.
9 juli 2012
De experimentele examenprogramma’s wiskunde 2014, zoals ontwikkeld door cTWO, vormden de grondslag voor de examenpilots die in het schooljaar 2009-2010 van start gingen in de vierde klassen van in totaal zestien pilotscholen voor havo en vwo. Deze pilots zijn onderworpen aan een onafhankelijke, meerjarige curriculumevaluatie, uitgevoerd door SLO in opdracht van het ministerie van OCW en in afgestemd met cTWO. De evaluatie richtte zich op beantwoording van de volgende algemene hoofdvraag: In hoeverre heeft de vernieuwing geresulteerd in voor pilotdocenten en -leerlingen haalbare en uitvoerbare wiskundeprogramma's? De evaluatierapportage in zijn geheel omvat, naast een samenvattend eindrapport, zeven deelrapportages over de examenpilots wiskunde A, B en D voor havo en wiskunde A, B, C en D voor vwo.
9 juli 2012
De experimentele examenprogramma’s wiskunde 2014, zoals ontwikkeld door cTWO, vormden de grondslag voor de examenpilots die in het schooljaar 2009-2010 van start gingen in de vierde klassen van in totaal zestien pilotscholen voor havo en vwo. Deze pilots zijn onderworpen aan een onafhankelijke, meerjarige curriculumevaluatie, uitgevoerd door SLO in opdracht van het ministerie van OCW en in afgestemd met cTWO. De evaluatie richtte zich op beantwoording van de volgende algemene hoofdvraag: In hoeverre heeft de vernieuwing geresulteerd in voor pilotdocenten en -leerlingen haalbare en uitvoerbare wiskundeprogramma's? De evaluatierapportage in zijn geheel omvat, naast een samenvattend eindrapport, zeven deelrapportages over de examenpilots wiskunde A, B en D voor havo en wiskunde A, B, C en D voor vwo.
9 juli 2012
De experimentele examenprogramma’s wiskunde 2014, zoals ontwikkeld door cTWO, vormden de grondslag voor de examenpilots die in het schooljaar 2009-2010 van start gingen in de vierde klassen van in totaal zestien pilotscholen voor havo en vwo. Deze pilots zijn onderworpen aan een onafhankelijke, meerjarige curriculumevaluatie, uitgevoerd door SLO in opdracht van het ministerie van OCW en in afgestemd met cTWO. De evaluatie richtte zich op beantwoording van de volgende algemene hoofdvraag: In hoeverre heeft de vernieuwing geresulteerd in voor pilotdocenten en -leerlingen haalbare en uitvoerbare wiskundeprogramma's? De evaluatierapportage in zijn geheel omvat, naast een samenvattend eindrapport, zeven deelrapportages over de examenpilots wiskunde A, B en D voor havo en wiskunde A, B, C en D voor vwo.
9 juli 2012
De experimentele examenprogramma’s wiskunde 2014, zoals ontwikkeld door cTWO, vormden de grondslag voor de examenpilots die in het schooljaar 2009-2010 van start gingen in de vierde klassen van in totaal zestien pilotscholen voor havo en vwo. Deze pilots zijn onderworpen aan een onafhankelijke, meerjarige curriculumevaluatie, uitgevoerd door SLO in opdracht van het ministerie van OCW en in afgestemd met cTWO. De evaluatie richtte zich op beantwoording van de volgende algemene hoofdvraag: In hoeverre heeft de vernieuwing geresulteerd in voor pilotdocenten en -leerlingen haalbare en uitvoerbare wiskundeprogramma's? De evaluatierapportage in zijn geheel omvat, naast een samenvattend eindrapport, zeven deelrapportages over de examenpilots wiskunde A, B en D voor havo en wiskunde A, B, C en D voor vwo
9 juli 2012
De experimentele examenprogramma’s wiskunde 2014, zoals ontwikkeld door cTWO, vormden de grondslag voor de examenpilots die in het schooljaar 2009-2010 van start gingen in de vierde klassen van in totaal zestien pilotscholen voor havo en vwo. Deze pilots zijn onderworpen aan een onafhankelijke, meerjarige curriculumevaluatie, uitgevoerd door SLO in opdracht van het ministerie van OCW en in afgestemd met cTWO. De evaluatie richtte zich op beantwoording van de volgende algemene hoofdvraag: In hoeverre heeft de vernieuwing geresulteerd in voor pilotdocenten en -leerlingen haalbare en uitvoerbare wiskundeprogramma's? De evaluatierapportage in zijn geheel omvat, naast een samenvattend eindrapport, zeven deelrapportages over de examenpilots wiskunde A, B en D voor havo en wiskunde A, B, C en D voor vwo.
9 juli 2012
De experimentele examenprogramma’s wiskunde 2014, zoals ontwikkeld door cTWO, vormden de grondslag voor de examenpilots die in het schooljaar 2009-2010 van start gingen in de vierde klassen van in totaal zestien pilotscholen voor havo en vwo. Deze pilots zijn onderworpen aan een onafhankelijke, meerjarige curriculumevaluatie, uitgevoerd door SLO in opdracht van het ministerie van OCW en in afgestemd met cTWO. De evaluatie richtte zich op beantwoording van de volgende algemene hoofdvraag: In hoeverre heeft de vernieuwing geresulteerd in voor pilotdocenten en -leerlingen haalbare en uitvoerbare wiskundeprogramma's? De evaluatierapportage in zijn geheel omvat, naast een samenvattend eindrapport, zeven deelrapportages over de examenpilots wiskunde A, B en D voor havo en wiskunde A, B, C en D voor vwo.
9 juli 2012
In deze handreiking worden mogelijkheden gegeven om een actieve leefstijl bij jongeren van 12-15 jaar te bevorderen vanuit een integrale aanpak in de schoolse situatie. Het uitgangspunt van deze handreiking is dat een actieve leefstijl alleen kan worden bevorderd wanneer dit thema door middel van een multidisciplinaire aanpak op verschillende niveaus van de school onder de aandacht wordt gebracht bij de leerlingen. Wil een school daarin slagen dan zal zij moeten inspelen op verschillende persoonlijke, sociale en fysieke omgevingsdeterminanten van zowel binnen als buiten de school. Daarbij moet rekening worden gehouden met de individuele verschillen en behoeftes van de specifieke doelgroep. Het bevorderen van een actieve leefstijl is niet alleen een taak voor het vak lichamelijke opvoeding. Daar is de gehele school mee gemoeid. Meer hulp wordt verkregen door het inzetten van leerlingen, collega-docenten en ouders als 'sportambassadeurs'. De school dient samenwerkingsverbanden aan te gaan met partners uit de nabije sportomgeving zoals sportverenigingen, commerciële sportaanbieders, combinatiefunctionarissen, afdeling sport en welzijn van de gemeente en mogelijk andere instellingen zoals de GGD. Bij deze aanpak is het noodzakelijk dat het een en ander zowel binnen- als buitenschools wordt gecoördineerd door een coördinator actieve leefstijl.
10 juli 2008